Michael Foyle: Great war centenary, The. Debussy: Vioolsonate in g L. 140; Janáçek: Vioolsonate JW. VII/7; Hesketh: Inscription, A lie to the dying (bew.); Respighi: Vioolsonate in b P. 110. Met Maksim Štšura (p). Challenge CC 72786 (66’04”). 2018
In hoeverre de in het noorden woedende W,O. I in 1917 invloed had op de wanhopige, zieke Debussy die een laatste poging deed in zijn Vioolsonate in een laatste poging om de kern van de Franse fantasie en gevoeligheid uit de drukken, is onzeker. Respighi onderging geen direct persoonlijk leed en ook bij hem is in de fraaie lyrische melodieën weinig van angst en verdriet te merken
In 1914, aan het begin van de voor sommigen ‘frische und fröhliche Krieg’ zal dat toen de verschrikkelijke consequenties nog niet te voorspellen waren, op de Tsjechische componist nauwelijks van invloed zijn geweest.
Dat blijkt wel het geval te zijn in de 8’44” durende terugblik van de Britse componist Kenneth Hesketh (19568) die in 2005 Inscription voor viool en orkest componeerde dat hier in een mooie bewerking klinkt.
Los van de titel The great war centenary die in november 2018 na honderd jaar herdacht wordt, is sprake van een uniek en boeiend programma.
De jonge Engelse violist Michael Foyle (1991), die o.a. in Nederland een concours won en tot de winnaars van de BBC Young musician of the year behoort, debuteerde op internet met Maksim Štšura in een Brahmsprogramma.
Samen verzorgen zij hier in een heel goede samenwerking van geven en nemen een viertal vertolkingen met elk een eigen karakter en sfeer. Ze plaatsen de muziek steeds in het juiste perspectief.