Anastasis Feruleva: L’esprit du temps. Stravinsky: Suite italienne; Enescu: Cellosonate nr. 2 in C op. 26/2; Boulanger, N.: Trois pièces; Boulanger L.: ‘D’un soir triste’. Met Frank van de Laar. TRPTK TTK 060. (61’58”). 2020
De in het verre Archangelsk geboren Russische cellist Anastasia Feruleva (1992) die tenslotte bij Larissa Groeneveld aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag afstudeerde wil duidelijk van zich laten horen. In 2018 maakte ze met Frank van Laar de in deze rubriek besproken opname ’Ballets russes’ (Gutman CD 182) met werken van Borodin, Prokofiev, Poulenc en Zimbalist.
Op deze nieuwe cd geeft het tweetal aan de hand van vier werken met een onderling heel verschillend karakter onder de titel ‘L’esprit du temps’ een idee wat in Parijs zoal te bieden had in de Parijse salons na het einde van W.O. 1.
We kunnen ons te gast wanen in de salon van Nadia Boulanger die regelmatig groepjes componisten thuis uitnodigde voor huisconcerten. Sravinsky’s uittreksel uit de barokke Pulcinella suite klinkt nu eens niet met viool maar in de bewerking van Piatigorsky met wat meer gewicht en wat donkerder toon met cello, maar evengoed uitnodigend om mee te dansen.
Enescu schreef zijn Cellosonate nr. 2 in 1935. In dit werk gaat het meer om kleur dan om vorm en de structuur wordt duidelijk door de inventiviteit waarmee hij sfeer als thematisch hulpmiddel gebruikt. Feruleva schetst de innerlijke contrasten van het eerste deel met veel gevoel en Van Laar behandelt de pianopartij vrij subtiel. Het tweede deel klinkt werkelijk agitato en in het derde en vierde horen we eerst de volksdansinvloed van de melancholieke doina en in de finale (allegro sciolto) lydische en pentatonische melodieën van de cello terwijl de piano ‘rustico’ het geluid van de Roemeense tambal nabootst.
Nadia Boulanger schreef haar Trois pièces in 1914 en ze zijn zeer welkom in deze zeer welluidende vertolking.
Als tegenhanger van D’un matin de printemps is ‘D’un soir triste’ van haar zus Lili uit haar sterfjaar op 24-jarige leeftijd in 1918 een strijd van duister naar licht met muziek die dreigt te bezwijken onder zijn eigen gewicht. De muziek heeft iets van een nachtmerrie en onze twee uitvoerenden laten dat horen alsof de luisteraar een toeschouwer in langs de Via Dolorosa.
Mooi zoals de verschillende karakters van dit viertal raak wordt geduid.