FRISCH, CÉLINE: Die Quellen des jungen Bachs. Reincken: Toccata in G; Buxtehude: Suite nr. 1 in C Bux WV 226; Froberger: Toccata in d; Suite in d; Kerll: Suite in F; J.S. Bach: Toccata’s in e BWV 914 en in g BWV 915; Capriccio sopra la lontananza del fratello dilettissimo BWV 992. Céline Frisch. Alpha 149 (71’14”). 2008
Wat een goed idee om nu eens enige inspiratiebronnen van Bach sr. in een handzaam recital bijeen te brengen. Eind zeventiende eeuw verspreidde de beroemdheid van componisten (en niet alleen van hen ) zich maar traag. Hun muziek moest worden gehoord om deze op waarde te schatten. In ruim een uur onderneemt klaveciniste Frisch een virtuele reis naar een aantal barokcomponisten die voor haar instrument schreven en die deels wel bekend, deels minder bekend zijn. Ze begint met een logische keuze vanwege de vertrouwdheid uit de literatuur met de lange reis die Bach ondernam om Buxtehude en diens werk uit de Noord-Duitse school te leren kennen. Met de namen van Froberger, Kerll en Pachelbel had hij in een vroeg stadium kennis gemaakt, Reincken volgde wat later.
Het is allemaal beschreven in het boekje bij deze nogal luxe uitgave die verder fraai is geïllustreerd.
Belangrijker is natuurlijk, hoezeer de uitvoeringen zijn geslaagd en wat de opname daar van maakte. Frisch mag in onze dreven een vrij onbekende kunstenares zijn en het is jammer dat in het boekje geen nadere gegevens over haar worden verstrekt, maar ze is uit het goede hout gesneden en toont met dit repertoire in alle opzichten goed vertrouwd te zijn. Minstens zo belangrijk is dat ze op een royaal en dus prachtig klavecimbel met warmruisende klank naar oud Duits voorbeeld van Anthony Sidey speelt en dat de kapel van de Notre-Dame de Bon Secours in Parijs daar de juiste akoestische ambiance – niet te direct, niet te galmrijk – aan meegaf. Hooguit had in sommige werken iets meer rustgevende adem niet geschaad.
Frisch maakte al een opname van Rameau’s Pièces de clavecin (Alpha 134) die waarschijnlijk ook nadere beluistering waard is.
De Suite van Buxtehude mag insiders bekend zijn dankzij Koopman (Challenge CC72240) of Alessandrini (Astrée E 8534), de Toccata van Froberger is er van Lawrence-King (Telarc CD 80257), maar wat zou het bij zoveel moois hier.