Mahan Esfahani: Time present and time past. Scarlatti, A: Variaties over ‘La follia’; Górecki: Klavecimbelconcert op. 40; Bach, C.P.E.: Variaties over ‘La folia d’Espagne’ Wq. 118/9, H.263; Geminiani: Concerto grosso in d nr. 12 ‘La follia, naar Corelli op. 5’; Reich: bew. Piano phase; Bach, J.S.: Klavecimbelconcert nr. 1 in d BWV 1052. Met Concerto Köln. Archiv 479.4481 (73’39”). 2014
Na eerder heel positieve indrukken te hebben gewekt met solo opnamen van sonates van C.P.E. Bach (Hyperion CDA 67995), klavecimbelwerken van Rameau (Hyperion CDA 68071/2) en Byrd (Wigmore Hall WH Live 0066) wijdt de Iraans-Amerikaanse klavecinist uit 1984 zich nu aan een avontuurlijk, veelzijdig programma. Het wekt nogal gemengde gevoelens op.
Het initiatief om oude en nieuwe muziek voor klavecimbel in een mix van barok tot minimalisme die zo’n driehonderd jaar muziekhistorie bestrijkt te combineren, is op zichzelf zeker aantrekkelijk. In de als motto gekozen al dan niet gevarieerde La Folia’s kan de klavecinist zijn virtuoze vaardigheden tonen wat ook met de nodige bravoure gebeurt.
Vooral Górecki‘s tweedelige concert uit 1980 – feitelijk een kort concertino dat na 8’38 voorbij is, blijkt bijzonder; in het eerste deeltje staat een langzame koraalmelodie in het orkest tegenover een vloed van klavecimbel achtsten, waarna het in het tweede deeltje ook de motoriek van de solist is die het geheel voedt.
Geminiani klinkt helder en mooi geschakeerd. Bij Reich gaat het natuurlijk om Piano Phase voor twee piano’s uit 1967 dat hier wordt gespeeld in een multitrack eigen dubbelversie die 16’42” duurt.
Maar de enige teleurstelling komen we bij het laatste, vaak beter gerealiseerde werk tegen. Dat is minder de schuld van Esfani dan van het hier ineens routineus-gemaniëreerd begeleidende Keulse ensemble. Vergelijk het resultaat met wat bijvoorbeeld Van Asperen/Leonhardt (Virgin 561.716-2), Pinnock (Archiv 463.725-2) en Levin/Rilling (Hänssler 92127) laten horen.