Katerina Englichová: Chanson dans la nuit. Fauré: Après un rêve in c op. 7/1 (bew); Salzedo: ‘Chanson dans la nuit’ uit Préludes voor beginners; Ravel: Vocalise en forme de habanera (bew); Pavane pour une infante défunte (bew); Vieuxtemps: Capriccio voor altviool op. 55; Kreisler: Siciliano en Rigaudon in de stijl van Francoeur; Marais: Oud-Franse dansen nr. 1-5; Bach, J.S.: ‘Sarabande’ uit Partita voor soloviool nr. 1 in b BWV 1002; Paradis: Siciliano voor cello en harp (bew); Debussy: ‘Romance’ voor zangstem L’âme évaporée (bew); Beau soir (bew); Prélude La fille aux cheveux de lin band I/8 (bew); Lukáš: Hosprenglico; Klein: Wiegelied. Met Jitka Hosprová (va). Supraphon SU 4089 (57’16”). 2011
Arrangementen van Jitka Hosprová, Katerina Englichová zelf, Milton Katims, Vadim Borisovsky, Alan Arnold, Marcel Grandjany en Samuel Dushkin waren onontbeerlijk om dit vrij licht klinkende programma te vullen. Het gaat nu louter om goed bewerkte en geprepareerde stukken voor altviool en harp die in de muziekgeschiedenis een periode van zo’n driehonderd jaar omspannen. Van echte vervreemding van de originelen is haast geen sprake en de combinatie van altviool en harp lijkt vrij uniek. Het contrast tussen de wat melancholiek en middenbruin klinkende altviool en de subtiel sprankelende harp vormt een attractie op zichzelf.
Vooral het aandeel Franse muziek valt zeer in de smaak. Zijn er aanwijsbare hoogtepunten? Ja: de Siciliano van Kreisler en de Prélude van Debussy. Het is een genoegen om bijna een uur lang geconfronteerd te worden met goed voorgedragen muziek door twee instrumenten die normaal nooit zo op de voorgrond treden.