Ensemble Barocco Sans Souci: Del sonar pitoresco. Lotti: Sonata’s a 4 voor 2 hobo’s, fagot en b.c., en in F Echo sonata; Platti: Sonates voor hobo, fagot en b.c. in G en c; Vivaldi: Sonate voor 2 hobo’s en b.c. in g RV. 81; Brescianello: Concert voor hobo, fagot en b.c.; Steffani: Chomigioia; Montanari: Sonate voor 2 hobo’s en b.c. in C. Dynamic CDS 637 (64’37”). 2008
Met de ondertitel Musical pleasures in the Venetian countryside at the time of Tiepolo brengt het Italiaanse Ensemble Sans Souci onder Giuseppe Nalin een aantal composities in de vorm van sonates (in feite vaak kwartetten) voor destijds minder hoog dan strijkers gewaardeerde houtblazers van Amtonio Lotti, Giovanni Platti, Antonio Vivaldi, Giuseppe Antonio Brescianello, Agostino Steffani en Francesco Montanari. De ondertitel had ook bondiger ‘Muziek uit en voor Venetië’ mogen luiden. Andere Componisten, zoals Giuseppe Sammartini, Alessandro Besozzi, en Mattio Bissoli werden in Europa beroemd.
Venetië zelf speelde natuurlijk ook een grote rol in de ontwikkeling van de instrumentale muziek voor blazers. Alle componisten op deze cd stonden in enge verbinding met Venetië door geboorte, studie of bezoek van de betreffende componisten.
Opvallend dat hierbij zo’n belangrijke rol is weggelegd voor de hobo, die ook in vocale werken vaak werd gebruikt. Het instrument begon zijn opmars vanuit het Frankrijk van Lully en pas in 1698 werd de laatste cornetspeler in de San Marco vervangen door de virtuoze hoboïst Onofrio Penati.
De in Duitsland geboren Lotti kende van daar beslist de hobo voordat hij naar Venetië kwam. In het tweede van de eerst opgenomen Sonate a 4 bedenkt hij de fagot met een virtuoze solo en de Echosonate past hij overeenkomstig de titel aardige echo-effecten toe zoals die destijds nogal in zwang waren. De bewust op enige afstand geplaatste tweede hobo beantwoordt steeds de frasen van de eerste hobo.
Van Steffani is bekend dat hij zangduetten schreef. Zijn ‘aria’ is daar mogelijk een bewerking van
Platti gold in zijn tijd als onvergelijkelijk goede hoboïst en zijn sonate, waarin hobo en fagot meest in paralellen spelen, is een veeleisend stuk. Natuurlijk ontbreekt Vivaldi niet, maar verrassender is de aanwezigheid van Brescianello die eigenlijk violist was en later vooral in München en Würzburg actief was. Of zijn sonate ook een bewerking is?
De sonate van Montanari tenslotte is een briljante uitzondering in zijn oeuvre dat vooral
Met vijf cd premières is dit een heel nuttige uitgave, vooral omdat er uitvoeringstechnisch zo uitstekend wordt gespeeld. Wat deze ex-hoboïst wel opvalt, is dat klank van de instrumenten van Giuseppe Nalin en Marco del Cittadino aan de schelle en ruwe kant is, maar mogelijk is dat nu juist authentiek.
De basso continuo begeleidt aanmoedigend en ondersteunend met een soms wat opdringerige aartsluit.