Ebonit saxofoon kwartet: The last words of Christ. Reger: Nachtlied op. 138/3 (bew.); Haydn: Adagio’s nr. 1, 3 en 6 uit Strijkkwartetten nr. 50-56 op. 51 H. III/50/56 uit Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze (bew.); Webern: Langsamer Satz (bew.); Sibelius: ‘Adagio di molto uit Strijkkwartet Voces Intimäe op. 56 (bew.); Shostakovich: ‘Allegro -allegretto’ uit Strijkkwartet nr. 7 in fis Op.108 (bew.). Met Claron McFadden (spr) Challenge CC 72701 (53’05”). 2015
Ebonit saxofoon kwartet: Arabesque. Debussy: Masques (bew.); Rêverie (bew.); Symfonie in b (bew.); Arabesques nr. 1 en 2 (bew.); Divertissement (bew.); Janácek: In de mist (bew.); Saint-Saëns: Danse macabre (bew.). 7 Mountain records 7MNTN 013 (58’32”). 2018
Het was een belevenis om in 1981 aanwezig te zijn in het Zwiebellturm dorpskerkje in Lockenhaus waar Gidon Kremer c.s. met de dorpspastoor die voorafgaand aan de uitvoering van de zeven adagio’s uit Haydn’s Strijkkwartetten nr. 50-56 uit 1787 telkens de tekst van Jezus’ laatste woorden aan het kruis sprak (Philips 412.878-2).
Later, in 2006, is aan het werk in zijn verschillende verschijningsvormen een Vergelijkende Discografie gewijd. Intussen in die natuurlijk incompleet.
Onder de titel The last words of Christ maakte het uit Vitaly Vatulya, Dineke Nauta, Johannes Pfeuffer en Paulina Maria Kalesza (Amsterdamse studenten van Arno Bornkamp) bestaande Ebonit saxofoonkwartet drie delen daaruit tot kern van een programma gelardeerd met goed in sfeer aansluitende andere werken. Een sfeerversterkende vorm die voor wat afwisseling in stijl en karakter die wonderwel werkt. Het pakt goed uit om deze stukken van kleur verschietend eens op andere melodieinstrumenten te horen.
Voor de onderlinge verbinding spreekt sopraan Claron McFadden Haydns teksten in het Engels. Zo ontstond een treffend, want ontroerend resultaat; de vier saxofoons zorgen met een warme, ronde toon voor mooi ademende vertolkingen. Achteraf betreurt men bij zoveel kwaliteit dat Haydns werk niet volledig is opgenomen.
Op de tweede cd laat het Ebonit kwartet zich in een aantal onontkoombare bewerkingen van een heel andere, vaak virtuozere kant horen. Vooral de werken van Debussy klinken als een weldaad, bij Saint-Saëns gingen hooguit wat scherpere kantjes verloren, terwijl Janáçek een hoogtepunt vormt. Maar de muziek ademt letterlijk en figuurlijk heel natuurlijk. Twee fijne aanwinsten.