CD Verzamelprogramma's

ESFAHANI, MAHAN: MUSIQUE? MODERNE EN ELECTRO-AKOESTISCHE KLAVECIMBELWERKEN

Mahan Esfahani: Musique? Moderne en electro-akoestische werken voor klavecimbel. Takemitsu: Rain dreaming; Cowell: Set of four; Saariaho: Jardin secret nr. 2; Bryars: After Händels vesper; Abbasi: Intertwined distances; Ferrari: Programme commun. Hyperion CDA 68287 (79’52”). 2010

De ondernemende in de V.S. geboren Iraanse klavecinist Mahan Esfahani neemt op deze uitgave de luisteraar mee in een avontuur met twintigste en eenentwintigste eeuwse muziek waarin we het  klavecimbel te horen krijgen op een manier die we niet snel hadden verwacht en die ons idee over het instrument grondig kunnen veranderen.

Het vroegste werk is uit 1960, het nieuwste uit 2018 en de componisten komen uit zes verschillende landen.

Alleen al de gedachte aan ‘moderne muziek voor klavecimbel’ lijkt een contradictie in terminus omdat het klavecimbel nu eenmaal wordt geassocieerd met oude muziek, zelfs wanneer het wordt gebruikt om gekartelde korte modernistische fragmenten of gehamerde clusters te spelen, zoals in de soundtrack van de film Jaws

Onder Esfahani’s handen (en vuisten in het werk van Abbasi) wordt het klavecimbel omgetoverd in een elementaire kracht, bij vlagen ondersteund of bedreigd door een verrassend arsenaal aan elektronica. Een wonder dat het instrument dit heelhuids overleefde.

Het recital begint met de milde klanken van Toro Takemitsu’s minder bekende Rain dreaming en de goed vanuit het klavecimbel gedachte Set of four als oudste werk hier van Henry Cowell uit 1960, die Ralph Kirkpatrick als eerste opnam (Music & Arts 977). Kaija Saariaho gaat in haar Jardin secret nr. 2 uit 1986 ook nog zachtzinniger dan dan we later van haar gewend zijn. Ook Gavin Bryars’ After Händels vesper heeft nog duidelijke neobarokke trekken.

Maar dan stelt Esfahani’ landgenote Anahita Abbasi (1985) het instrument op de proef met felle vuistslagen en vervreemde zoefklanken die gelukkig worden afgewisseld door subtiele momenten. Het met een duur van bijna twintig minuten langste werk, Programme commun van Luc Ferrari uit 1972, dat in 1990 op cd werd voorgesteld door Elisabeth Chojnacka (Adda 581233) is met zijn voortdurend aanwezige grondtoon naar verhouding het minst boeiend, hoe goed het ook - net als de rest - wordt gespeeld.

Maar als geheel is deze ontdekkingsreis op zoek naar nieuwe mogelijkheden van een klavecimbel dat voor het eerst aan het eind van de zestiende eeuw in Italië ten tonele verscheen, heel interessant en de moeite van het nader beluisteren waard.