L’éventail de Jeanne. Met bijdragen van Ravel, Ferroud, Ibert, Roland-Manuel, Delannoy, Roussel, Milhaud, Poul;enc, Auric en Schmitt; Les mariés de la Tour Eiffel. Met bijdragen van Auric, Milhaud, Poulenc, Tailleferre, Honegger. Philharmonia orkest o.l.v. Geoffrey Simon. Chandos CHAN 10290 (50’52”). 1984
De helaas te onbekende muziek op deze oudere cd brengt ons terug tot de roaring twenties in Parijs waar de jonge componisten een reactie op gang brachten tegen de nog dominante invloeden van Wagner, Debussy en Franck.
Het alledaagse kreeg een plaats in hun muziek: het circus, de music-hall, het cabaret, het kermisterrein, de jazz. Dit tweetal collectieve balletmuziek geeft daar blijk van en biedt in het klein een leuke dwarsdoorsnee van het werk van een twaalftal componisten, sommigen bekend, anderen niet meer dan een naam in het muziekgeschiedenisboek.
De ‘Jeanne’ uit L’éventail de Jeanne was de baas van een Parijs’ soort jeugdherberg, maar ook patrones van de kunsten en leidster van een kinderballet. In het voorjaar van 1927 vroeg ze toen van haar componerende vrienden via veren van haar waaier om een dansje voor haar leerlingen te schrijven. Die kinderen waren gekleed als sprookjesfiguren en het decor werd gevormd door een reeks spiegels. Tot de korte deeltjes behoren een mars, wals, bourrée, sarabande, polka en rondeau, maar ook ‘Canarie’, ‘Pastourelle’ en ‘Kermesse valse’.
Het ballet was een dusdanig succes dat het twee jaar later in de Parijse Opéra werd uitgevoerd door de kleine Tamara Toumanova die later een beroemde internationale ballerina werd.
Het andere ballet, Les mariés de la Tour Eiffel is van vroegere datum, uit 1921. Het werd geïnitieerd door Jean Cocteau die de zes componisten uit de groep Les six uitnodigde om muziek te schrijven voor het Zweeds ballet op basis van zijn surrealistische fantasie bij wijze van ‘geheim huwelijk tussen de Griekse tragedie en een Kerst pantomime’. Van de zes leverden vijf bijdragen, Auric, Milhaud en Tailleferre zelfs dubbele in het uit 9 korte deeltjes bestaande werk met deeltjes als ‘Marche nuptiale’, ‘Valse des dépêches’ en ‘Carte postale en couleurs’ .
De geschiedenis van Les mariés de la Tour Eiffel speelt op de in de jaren 1890 nog nieuwe Eiffeltoren en vormt een satire op een kleinburgerlijke bruiloft met een banket en een fotosessie. Daarbij leiden de woorden: “Kijk naar het vogeltje” tot een reeks vreemde verschijningen die door de lens van de fotocamera opdoemen.
In beide gevallen van deze pastiche eenakters gaat het om muziek vol verbeelding en vermaak.
Dat er geen Frans orkest met een Franse dirigent aan te pas hoeven te komen om deze muziek de juiste soort helderheid, kleur, puntigheid en luchtigheid meet te geven, bewijzen de Australische dirigent en zijn Londense orkest.