Francesca Dego: Suite italienne. Respighi: Vioolsonate in b P.110; Castelnuovo-Tedesco: Ballade op. 107; Fantasieën ‘Rosina’ uit Rossini’s Il barbiere de Siviglia, ‘Figaro’ uit Mozarts Le nozze di Figaro en ‘Violetta’ uit Verdi’s La traviata; Stravinsky: Suite italienne. Met Francesca Leonardi. DG 481.7279 (73’12”). 2018
Over haar nieuwe album met de cd wereldpremière van drie werken van Castelnuovo-Tedesco brengen de Italiaanse violiste Francesca Dego en de pianiste Francesca Leonardi die eerder samen mooie opnamen maakten van Beethovens Vioolsonates, zegt de violiste: ‘Dit project is een heel persoonlijke viering van door Italië geïnspireerde muziek, een verzameling van werken uit de rijke Italiaanse muziekgeschiedenis van barok tot opera.
Respighi schreef zijn Vioolsonate in 1917. Of het met de oorlogsomstandigheden te maken heeft, is onbekend, maar het werk heeft twee stormachtige hoekdelen en een heel kalm andante waardoor de hier heel mooi uitgewerkte compositie nog contrastrijker klinkt. Ze weten goed te balanceren op de dunnen scheidslijn tussen poëzie en groot zelfbewustzijn.
De muziek van de zesdelige Suite italienne is natuurlijk ontleend aan Stravinsky’s op Pergolesi gebaseerde muziek uit Pulcinella. Ook voor deze ‘Stravinsky light’ passen beiden hun nu speels stil mooi aan.
De opera parafrases van Rossini en Verdi brengen bekende aria’s in sfeervolle instrumentale gedaante terug en zijn ook (of misschien juist) zo goed zonder de inhoud van het gezongene te kennen en de eindelijk weer hoorbare Ballade van Castelnuovo-Tedesco raakte na de première door Tossy Spivakovsky in 1940 in vergetelheid totdat Dego deze met behulp van de achterkleindochter Diana van de componist heeft teruggevonden en meteen in druk heeft laten verschijnen.
Fijn recital met sfeervol en karakteristiek spel van beide instrumentalisten.