Danilewski, Marcin: Musica libera. Penderecki: Vioolsonate nr. 1; ‘La Follla’ voor soloviool; Lutoslawski: Subito; Meyer, K.: Capriccio interrotto op. 93; Preludes voor soloviool nr. 1-6; Pstrokońska-Nawratil: Le vetrata. Met Grzegorz Biegas (p). Accord ACD 283 (64’05”). 2020
Over zijn op twintigjarige leeftijd in 1953 geschreven Vioolsonate nr. 1 merkte Penderecki naderhand op: ‘Gedurende drie jaar niet mijn eerste leraar me iedere week een stuk in andere stijl schrijven: een pianowerk in de stijl van Brahms, de volgende wee van Debussy, Beethoven, Honegger, Chopin enzovoorts, Ik schreef toen nog nooit eigen muziek en mijn Vioolsonate nr. 1 is in de stijl van Shostakovitch’.
Marcin Danilewski en Grzegorz Biegas draaien er niet omheen en laten dat duidelijk horen. Aardig dat de componist zich op zijn oude dag in 2013 ook nog bezighield met het Middeleeuwse La Follia thema in een solostuk met variaties van ruim elf minuten aan te wijden.
Hoe snel is ‘subiet’? Bij Lutoslawski in 1992 altijd nog 5’18’, maar wel met drang.
De eerste kennismaking met Krzystof Meyer (1943) is met zijn Capriccio interrotto uit 2000 van aangename, zelfs geestige aard. Meer substantie hebben zijn 6 Preludes voor soloviool uit 1981 met deeltjes als ‘Precipitato, con sordine’, ‘Larghetto poco rubato’ en ‘Marcato’.
Tot slot is er dan nog het pianostuk Le vetrate (de ruit, het vensterraam) uit 1979 van Grażyna Pstrokońska-Nawratil (1947).
Wat zo in mooi gave uitvoeringen ontstond, is een mooie, zeer gevarieerde dwarsdoorsnee van de eigentijdse Poolse kamermuziek, voorzien van een keurige toelichting.