Delta pianotrio: Tanejev: Pianotrio in D op. 22; Borodin: Pianotrio in D Naxos 8.573561 (63’48”). 2016
Delta pianotrio: Shostakovitch: Pianotrio nr. 2 in e op. 67; Auerbach: Pianotrio’s nrr. 1 op. 28 en 2 Triptych ‘The mirror with three faces’. Odradek ODRCD 350 (63’30”). 2017
Hoog tijd om even aandacht te besteden aan het nog jonge Delta Pianotrio van Gerard Spronk (v), Irene Enzlin (vc) en Vera Kooper (p) dat in 2020 de Kersjesprijs won. Op cd viel het voor het eerst op met een programma van Russische muziek waarin vooral het Pianotrio van Sergey Tanejev uit 1908 welkom is. Prokofiev omschreef het later als ‘gedurfd, elegant en levendig’. De componist wisselt graag af tussen stormachtige emotionele uitbarstingen en intense musische passie. De enige uitzondering vormt het andante espressivo dat rustig en ontspannen van aard is.
Beide strijkers tonen een grote affiniteit met deze muziek en ze werken volmaakt samen met de pianiste. Vergelijkingen met het Borodin trio (Chandos CHAN 8592) en Vadim Repin/Lynn Harrell/Mikhail Pletnev (DG 477.5419) worden met glans doorstaan.
Het blijft spijtig dat Borodin zijn briljante Pianotrio uit 1861 onvoltooid naliet. Glinka beschouwde het werk als een precedent in dit muziekgenre vanwege het uitgesproken Russische karakter. Er bestaan goede opnamen van door het Moskous trio (Harmonia Mundi RUS 288143) en het Kinsky trio (Praga PRD 250.288), maar de lezing van het Delta trio is minstens zo interessant.
De voorkeur voor - in dit geval nieuwer - Russisch triorepertoire blijkt uit de tweede cd. Daarop zijn het vooral de beide werken van de Russische, reeds als tiener naar de V.S. geëmigreerde Lera Auerbach (1973) die de aandacht vragen. Toeval of niet: er bestaat een zekere overeenkomst tussen de twee trio’s van beide componisten. De eerste zijn jeugdwerken de tweede zijn van dertigers.
Shostakovitch krijgt een krachtige beurt waarin niets als vanzelfsprekend is beschouwd. Zijn tweede Pianotrio is uit de sombere dagen van 1994 en het is een meesterwerk vol grote dynamische contrasten. Het werk begint etherisch piano/pianissimo maar groeit snel aan kracht.
Auerbachs Pianotrio nr. 1 dat tussen 1982 en 1994 werd geschreven is een korte compositie van 12’37’ ontstond in een moeilijke levensfase van de twintigjarige met iets van een identiteitscrisis. Pianotrio nr. 2 is uit 2012, duurt 22’40” en klinkt aanzienlijk rijper, zelfs lichtelijk theatraal en dramatisch zoals dat voortvloeit uit een gegeven van een driedelige spiegel die steeds verschillende beelden laat zien. Het werk begint als een krachtige barcarolle, waarna een kleurig en verbeeldingsvolle rijk geschakeerde ‘first unfolding’ en een ‘second unfolding’ vol ritmische impulsen volgen. Krachtige, contrastrijke muziek die op meeslepende en kernachtige manier wordt uitgevoerd. Het Delta Pianotrio maakt er een spannend avontuur van. De opname heeft de felle fortissimi gaaf verwerkt.
Wie wil vergelijken: Pianotrio nr. 1 is er ook van het Lincoln trio (Cedille CDR 8000.126) en Pianotrio nr. 2 van Yael Weiss, Mark Kaplan en Clancy Newman (Bridge 9407). Maar voor mij is het Delta trio de favoriet.