La Cicala: Dolce Napoli. Fiorenza: Concert; Sonate voor soloblokfluit; Mancini: Sonates nr. 7 en 19; Rosa: Sinfonia voor blokfluit en bas; Leo: Sonate voor blokfluit en bas; Pullj: Sonate voor blokfluit en bas; Sarri: Sonate nr. 11. Passacaille 1007 (55’46”). 2013
Wat valt nog veel te ontdekken aan onbekend, maar mooi en interessant nicherepertoire! Eigenlijk alleen Leo geniet enige bekendheid dank zij zijn 6 celloconcerten en zijn vocale werken. Zelfs primeurs op cd zijn mogelijk, zoals hier in het geval van Rosa, Leonardo en Pullj.
Het uit blofluitiste Inês d’Avena (die ook de leiding heeft), violisten Monica Waisman en Even Few, violist/altist Sara Decorso, cellist Rebecca Rosen, contrabassist Hen Goldsobel en klavecinist Claudio Barduco Ribeiro bestaande barokensemble La Cicala wijdt zich bijvoorbeeld geheel aan een programma met vroeg achttiende eeuwse Napolitaanse blokfluitmuziek waarin inderdaad de flauto dolce centraal staat.
Omdat afgezien van de happy few deskundigen niemand details over deze werken kent, is het goed dat in de toelichting veel wordt verklaard over de componisten, de herkomst der manuscripten, de gebruikte stemming (wisselend tussen A=405 en A=425Hz) en het gebruikte instrumentarium.
Even zorgvuldig en gedecideerd komt deze muziek tot klinken, maar daarenboven ook heel muzikantesk en bekoorlijk als ging het om charmante Napolitaanse liederen. Betere pleitbezorgers zijn er nauwelijks dus een groot compliment voor het initiatief en de realisatie is op zijn plaats.
Wie zich nader in dit repertoiresegment wil verdiepen, zal ook plezier beleven aan Fésta rustica (ASV CDGAU 331) en Cappella academica Frankfurt (CPO 777.316-2) wat Fiorenza betreft, aan Bart Coen (Sony 88697-56408-2) en Conrad Steinmann (Claves 50-8912) plus wat Sarri aangaat het Ensemble l’Apothéose (Stradivarius STR 33489). Waarschijnlijk is dat een reden temeer om La Cicala te koesteren.