CD Verzamelprogramma's

CHYLEK, FRIEDERIKE: TIME STANDS STILL

Friederike Chylek: Time stands still. Byrd: Prelude MB 55; Anoniem: Galliard voor The Mulliners book MB. 1; Byrd: My lady Nevell’s ground MB. 28, BK. 57; Lachrymae pavan ‘after John Dowland’ MB. 28 BK. 54; Johnson: Allemande; Farnaby: Pawles Wharfe; Purcell: Klavecimbelsuite nr. 2 in g Z. 661; Air Z. 641; A new Irish tune ‘Lilliburlero’ Z. 646; Mars in C Z. 648; Rigadoon in C Z. 653; Klavecimbelsuite nr. 4 in a Z. 663; A new ground in e ‘Welcome to all pleasures’ Z.t682; The old bachelor, Hornpipe in e Z. 607; Byrd: Lavolta nr. 2 in g MB. 91; Tomkins: Ground MB. 39; Farnaby: Pavane Robert Johnson MB. 24; Dowland: Time stands still (bew). Oehms OC 1864 (55’51”). 2015 

 

In The third book and last booke of songs or aires uit 1603 is het luitlied Time stands still van Dowland, dat o.a. door Emma Kirkby an Anthony Rooley (BIS CD 1475) heel mooi is uitgevoerd te vinden. De tekst luidt:

 

Time stands still with gazing on her face,
stand still and gaze for minutes, houres and yeares, to her give place:
All other things shall change, but shee remaines the same,
till heavens changed have their course & time hath lost his name.
Cupid doth hover up and downe blinded with her faire eyes,
and fortune captive at her feete contem’d and conquerd lies.

When fortune, love, and time attend on
Her with my fortunes, love, and time, I honour will alone,
If bloudlesse envie say, dutie hath no desert.
Dutie replies that envie knowes her selfe his faithfull heart,
My setled vowes and spotlesse faith no fortune can remove,
Courage shall shew my inward faith, and faith shall trie my love.

 

De jonge Duitse klaveciniste Friederike Chylek gebruikte de titel van dit lied als motto voor haar geheel aan Dowland en zijn Engelse tijdgenoten William Byrd, Robert Johnson, Giles Farnaby, Henry Purcell en Thomas Tomkins gewijde recital. 

Het materiaal vond ze vermoedelijk in The Mulliner Book dat tussen 1545 en 1570 door Thomas Mulliner werd samengesteld en dat bestaat uit 121 klavecimbelwerken. Vandaar ook de MB nummering.  

Het klavecimbel spel Op een mooi, zangerig instrument) ademt stijlbesef, engagement terwijl ze vermijdt ook maar enigszins didactisch te klinken; daarvoor speelt ze te spontaan. Ook zorgt ze voor bescheiden versieringen. Kennelijk heeft ze tevoren (op de Schola Cantorum Basiliensis?) een grondige studie van deze materie gemaakt,

Eén van de aardige kanten van dit programma is dat het nu eens juist niet aan één, maar aan zes in hun uitingen danig verschillende componisten is gewijd. De Oehms geluidsmensen zorgden voor een heel levensechte klank.

Zo’n veelbelovend debuut vraagt om meer.