Friederike Chylek: From Byrd to Byrd. Byrd: The bells; Monsieur’s Alman 1; Lord Willingby’s welcome home; ‘Prelude’ in g uit Musica Britannica 27/1 g; Dowland: Pipers’s pavan and galliard (bew.); If my complaints (bew) Byrd: monsieur Alman 2; Locke: ‘Suite in D’ uit Melothesia; Lawes: ‘Symphony’; ‘Saraband’ in g uit Musick’s handmaid; Purcell: Suite in d Z. 868; Byrd: Pavan and galliard Bray; Fantasia in C MB. 27/25; Gibbons: Mask The fairrest Nymph; Dowland/Bull: Piper’s galliard 1 en 2; Morley: Alman in C; Byrd: Hornpipe. Oehms OC 1702 (67’24”). 2018

Na bespreking van haar al aan Engelse virginalisten besteedde cd Time stands still (Oehms OC 1864) is het goed om ook aan deze van de Duitse  klaveciniste Friederike Chylek die o.a. aan de Schola cantorum Basiliensis studeerde met meer werken uit dezelfde periode aandacht te wijden. In een soort hink-stap-sprong programma, waarin ze telkens even naar Byrd terugkeert, maakt de Duitse klaveciniste Friederike Chylek bewust of onbewust duidelijk dat Byrd de grootste van het stel componisten was. Tallis moge de eerste belangrijke Britse componist zijn geweest, Byrd was de geniale en ongetwijfeld grootste uit de Elizabethan Renaissance periode en kan meer dan wie ook - zelfs Purcell - claimen dat hij de vader van de Britse muziek was.

Gespeeld op een mooiklinkende kopie van een door Matthias Griewisch nagebouwde Ruckers uit 1624 zorgt ze opnieuw voor gevoelige, hoogst stijlvolle en elegante verklankingen die licht en kleur geven aan deze aardige stoet van deels karakterstukken en dansen.