CD Verzamelprogramma's

CHEN, RAY: VIRTUOSO

Ray Chen: Virtuoso. Tartini: Vioolsonate in g B.5g Duivelstriller (bew. Kreisler); Bach, J.S. Partita voor soloviool nr. 2 in d BWV. 1004; Wieniawski: Légende op. 17 (bew.); Variaties op. 15; Franck: Vioolsonate in A M. 8, Met Noreen Polera. Sony 88697-72320-2 (79’28”). 2010 

In februari 2019 had de Taiwanese, in Australië opgegroeide Ray Chen een paar optredens in Nederland. Hij studeerde aan het Curtis Institute in Philadelphia, won in 2008 het Menuhin concours en het jaar daarop het Koningin Elisabeth concours. Dit is zijn zijn eerste opname.

De bekendste Vioolsonate van Tartini speelt hij in de bewerking van Fritz Kreisler, net zoals Gil Shaham dat deed (DG 463.483-2). Waar Shaham het begin larghetto subtiel en met ingehouden melancholie speelt, kiest Chen voor jeugdige teerheid, maar is in de finale minder assertief dan de stuwende Israëli. Maar Chens toon is mooi warm en de beroemde trillers klinken puntgaaf.

Erg authentiek lijkt de solo Chaconne van Bach hierna niet, met zoveel passie en drama gespeeld had het stuk ook van Richard Strauss kunnen zijn, maar toegewijd is de voordracht zeker.

De Légende van Wieniawski met zijn vriendelijke melodiek kennen we vooral met orkestbegeleiding, maar ook met piano klinkt het werk mooi verhalend zoals het hier wordt gespeeld. Meer nog maakt hij van de Variaties op een oorspronkelijk thema die heel flamboyant en virtuoos klinken en fraaie versieringen krijgen.

De Vioolsonate van Franck schijnt tot zijn lievelingswerken te behoren en dat juist die wat tegenvalt ligt niet aan hem, maar aan zijn begeleidster die niet voldoende is opgewassen tegen de eisen die het werk aan de pianist stelt. Maar ook Chen klinkt an het begin van de sonate wat bleekjes en is ook verderop niet steeds even overtuigend. Vergelijk bijvoorbeeld met Danczowska/Zimerman (DG 431.469-2) en Faust/Melnikov (Harmonia Mundi HMM 90.2254).