Ciconia Consort: American pioneers. Foote: Suite voor strijkorkest in E op. 63; Antheil: Serenade voor strijkorkest nr. 1; Ives: ‘Largo cantabile’ uit Hymne voor strijkorkest; Copland: Appalachian Spring. Brilliant Classics 96086 (63’57”). 2020

 

Na hun opname met Franse werken van Koechlin, Lekeu, Honegger, Castérède en Saint-Saëns (Brilliant Classics 95734) wijdt het in 2012 opgerichte Haagse Ciconia Consort zich nu aan Amerikaanse muziek. De aanleiding is passend want het was dat jaar vierhonderd jaar gelen dat de Pilgrim Fathers vanuit Nederland koers zetten naar de V.S., waar ze als Founding Fathers een belangrijk stempel zetten op de culturele ontwikkeling.

Daarvoor werden de laatromantische Suite van Arthur Foote (1853- 1937), de driedelige Serenade met een fraaie ‘Nocturne’ in het midden van ze zijn wilde haren kwijt geworden George Antheil uit 1948, de ‘Hymne’ uit een set van de wat devote, plechtige ‘Drie korte stukken’ voor strijkorkest van Charles Ives uit 1904 en de nogal uitbundige Appalachian Spring van Aaron Coplands balletmuziek uit 1944. Misschien vormt dat de kern van het programma want in dit voor Martha Graham geschreven ballet gaat het om een negentiende eeuwse Amerikaanse pioniersfamilie die de lente, het huwelijk en een nieuwe woning viert.

Zo ontstond een heel aardig en origineel programma, dat keurig en met veel flair wordt gepresenteerd door Van Gasteren en zijn twintig strijkers uit vele landen van herkomst