Friederike Chylek: Time stands still. Byrd: Prelude MB. 55, ‘My lady Nevell’s ground’ BL. 57, ‘La volta’ BK 91, FVB. 155; Anon.: ‘’Galliard’ voor The Mulliner book MB. 1; Byrd/Dowland: Lachrymae pavan ‘after John Dowland’ BK. 54, FVB. 121; Johnson: ‘Allemande’ MB. 37, FVB. 146; Farnaby: ‘Fawles wharfe’ MB. 46, FVB. 113; Purcell: Klavecimbelsuite nr. 2 in g Z. 661 en 4 in a Z. 663; ‘Air’ Z. 641, ‘A new Irish tune Lilliburlero’ Z. 646, Mars in C Z. 648, ‘Rigadoon in C Z. 653, ‘A new ground in e Welcome to all the pleasures’ Z. 682; Hornpipe in e ‘The old bachelor’, ‘La volta BK. 91, FVB. 155; Tomkins: ‘Higher ground’ MB. 39; Farnaby/Johnson: Pavan ‘Robert Johnson, set by Farnaby’ MB. 24; Dowland: ‘Time stands still’ uit The third and last booke of songs (bew). Oehms OC 1864 (55’37”). 2015
Friederike Chylek: From Byrd to Byrd. Byrd: ‘The bells’, ‘Monsieur Alman 1 en 2’, ‘Lord Willoughby’ welcome home, Prelude in G, ‘Pavan and galliard Bray’, ‘Fantasia in C’, ‘Hornpipe’; Dowland: ‘Piper’s pavan and galliard’, ‘If my complaints’, ‘Piper’s galliard 1en 2’; Locke: Suite in D; Lawes: Symphony, ‘Saraband’ in g; Purcell: Suite in d Z. 668; Gibbons: Mask: ‘The fairest nymph’; Morley: ‘Alman’ in C. Oehms OC 1702 (67’24”). 2018
Goed voorbereid door haar studie aan de Scola cantorum Basiliensis breekt de Duitse klaveciniste Friederike Chylek een lans voor de virginaalwerken van componisten uit de Engelse ‘Gouden (zeventiende) eeuw’. Byrd speelt een belangrijke rol in beide programma’s en het aardige is dat we een stel vrij onbekende werken van hem te horen krijgen.
Steeds weet ze de eb en vloed van de muziek goed te kanaliseren. Ze bevestigt dat de noten van deze componisten voldoende zijn om ze betekenis en momentum te geven. Het is bovendien de moeite dat naast Byrd ook andere componisten met waardevolle bijdragen zijn vertegenwoordigd.
Het concept is de moeite waard op twee niveau’s. In de eerste plaats door de manier waarop individuele stukken tegenover elkaar zijn geplaatst en de confrontatie aangaan en in de tweede plaats omdat zoveel onbekends in het totaal is opgenomen.
Een beter pleidooi voor deze stukken dan Chylek hier geeft is niet goed voorstelbaar.