Zlata Chochieva: (Re)creations. Bach, J.S.: ‘Prelude’, ‘Gavotte’, ‘Gigue’ uit Partita nr. 3 in E BWV. 1066 (bew. Rachmaninov); ‘Vivo’ uit Brandenburgs concert nr. 3 in G BWV. 1048 (bew. Friedman); ’Siciliano’ uit Fluitsonate in Es BWV. 1031 (bew. Friedman), ‘Tempo di borea’ uit Partita nr. 1 in b BWV. 1002 (bew. Friedman); Schubert: ‘Wohin?’ uit Die schöne Müllerin (bew. Liszt S. 565), ‘Litanei’ (bew. Liszt S. 562/1), ‘Auf dem Wasser zu singen’ (bew. Liszt S. 558/2), ‘Die Forelle’ (bew. Liszt S. 564), ’Ständchen’ uit Schwanengesang (bew. Liszt S. 560); Mendelssohn: ‘Auf Flügeln des Gesanges’, ’Sonntagslied’, ’Neue Liebe’ (bew. Liszt S. 547); ’Scherzo’ uit Een Midzomernachtsdroom op. 61 (bew. Rachmaninov); Bizet: Menuet’ uit L’Arlésienne op. 23bis (bew. Rachmanov); Mahler: ‘Menuet’ uit Symfonie nr. 3 (bew. Friedman); Tchaikovsky: ‘Wiegenlied’ op. 16/1 (bew. Rachmaninov); Moesorgsky: ‘Hopak’ uit de Markt van Sorotchinsky (bew. Rachmaninov); Grazioli: ‘Adagio’ in g (bew. Friedman); Friedman: ‘Valse lente’ uit Weense dansen (bew. Gärtner). Accentus ACC 30531 (74’38”). 2021 

 

Op haar cd (Re)flections heeft de Russische pianiste Zlata Chochieva gedeelten uit een aantal deels bekende, deels onbekende composities van Franz Schubert, Felix Mendelssohn, Georges Bizet, Gustav Mahler, Pjotr Tchaikovsky, Modest Moesorgsky, Giovanni Battista Grazioli (1746 - 1820), Ignaz Friedman (1882 - 1948) bijeengebracht in bewerkingen van Liszt, Rachmaninov en Friedman.

Dat gebeurt met het motief dat componist/bewerkers iets nieuws over iets bestaands willen vertellen, over opnieuw uitvinden en nieuw leven inblazen aan de hand van 21 transcripties van de drie componist/pianisten die ze het meest bewondert.

Vanaf de eerste noot die ze speelt is aan te voelen dat ze dit als een belangrijke missie heeft opgevat. Het is spannend om te volgen hoe ze niet de inhoud van de passerende stoet werken verandert, maar wel de vorm en die soms zelfs interessanter maakt. 

Zelfs in een tijd waarin pianistische pyrotechniek steeds vaker wordt vertoond als doel op zichzelf, geeft zij daar inhoud aan. Niet alleen overwint ze met schijnbaar gemak alle voorgeschotelde technische problemen, ze brengt ook poëzie, drama, kleur en dikwijls ook vreugde of leed in haar vertolkingen. Elk der stukken lijkt zo op een mooi gepolijst juweeltje in een fraai glinsterende ketting van miniatuur meesterwerkjes en niet uitsluitend als een marathon van briljant vertoon. Geen wonder voor iemand die al zo prachtig de Études van Chopin (Piano Classics PCL 0068) en de Études-tableaux van Rachmaninov (Piano Classics PCL 0095) en diens Chopinvariaties plus Pianosonate nr. 1 (Piano Classics PCL 0047) opnam.