CD Verzamelprogramma's

CANTELLI, GUIDO: FIERY ANGEL OF THE PODIUM

 

GUIDO CANTELLI, VURIGE DIRIGENTENENGEL

Guido Cantelli: Fiery angel of the podium. Beethoven: Symfonie nr. 5 (deel 2 en 4); Symfonie nr. 7; Brahms: Symfonieën nr. 1 en 3; Casella: Paganinivariaties; Debussy: Prélude à l’apres midi d’un faune; ‘Nuages’, ‘Fêtes’ uit 3 Nocturnes; La mer; Ged. uit Le martyre de St. Sébastien; Dukas: L’apprenti sorcier; Falla: El sombrero de tres picos; Franck: Symfonie; Mendelssohn: Symfonie nr. 4; Mozart: Symfonie nr. 29; Ein musikalischer Spass; Ravel: Pavane pour une infante défunte; Suite nr. 2 uit Daphnis et Chloé; Rossini: Ouvertures La gazza ladra en Le siège de Corinthe; Schubert: Symfonie nr. 8; Schumann: Symfonie nr. 4; Tchaikovsky: Symfonieën nr. 5 en 6; Fantasie ouverture Romeo en Julia; Wagner: Siegried Idyll. Philharmonia-, NBC symfonie- en Santa Cecilia Rome orkest. EMI 679.043-2 (9 cd’s, 8u 15’47” + 54’10”).

 

Een kwestie van al te idealistisch jeugdsentiment? Staat het dirigentenidool Cantelli dat ik aan het begin van mijn recensentenbestaan zo had bejubeld, bijvoorbeeld met zijn in juli 1956 zo enthousiast als quasi ‘plaat van de maand’ besproken opname van Mendelssohns Italiaanse en Schuberts Onvoltooide symfonie (op de lp H.M.V. ALP 1326) nog recht overeind ruim een halve eeuw na dato?

Ja, de EMI omnibus bewijst kwalitatief en kwantitatief dat die grote bewondering terecht was en nu in volle glans herleeft. De meerwaarde van deze EMI compilatie schuilt voor een niet gering deel in de bonus cd ‘Portret van een perfectionist’ met een gesproken inleiding door Jon Tolansky en  superkorte interviews met oude orkestleden uit het Philharmonia orkest als concertmeesters Hugh Bean en Hugh Maguire, fluitist Gareth Morris en een stukje orkestrepetitie van Ravels Daphnis et Chloé (in stereo) met helaas vrijwel onverstaanbare opmerkingen van de dirigent. Daar wordt uit de doeken gedaan, waarom maar drie delen van Beethoven V beschikbaar zijn: het eerste had pas het voorjaar na Cantelli’s dood zullen worden opgenomen.

Wie was Guido Cantelli? Hij werd 27 april 1920 geboren in Novara waar zijn vader kapelmeester van een militair orkest was. Al als jongen maakte hij deel uit van dat ensemble; hij kreeg pianoles en trad op zijn veertiende al openbaar als pianist op. Op het conservatorium in Milaan studeerde hij compositie bij Ghedini en directie.

Zijn eerste optreden als dirigent had hij in Novara bij een uitvoering van Verdi’s La traviata. Gedurende de Tweede Wereldoorlog diende hij sinds 1943 in het Italiaanse leger maar omdat hij weigerde de fascistische zaak te dienen, werd hij geïnterneerd in een werkkamp in de buurt van wat destijds  Stettin heette. Hij werd daar ziek, overgebracht naar een hospital in Bolzano en wist daar te ontsnappen, kwam aan nagemaakte identiteitspapieren en keerde via Milaan terug naar Novarra waar hij als bankbediende werkte.

Zodra de oorlog was afgelopen, hervatte hij zijn loopbaan als dirigent en kon hij aan de slag bij het Milanese Scala orkest waarmee hij ook op toernee ging. De intendant van La Scala, Antonio Ghiringhelli en de dirigent Victor de Sabata ontdekten zijn grote talent en ondersteunden hem daarbij. Arturo Toscanini zag en hoorde Cantelli in 1948 aan het werk in Milaan tijdens een orkestrepetitie . Hij zag in hem een enorm begaafde orkestleider die misschien wel het evenbeeld van hem in zijn jonge jaren was en mogelijk een directe opvolger. Hij nodigde hem uit om in New York zijn Symfonie orkest van de NBC omroep te leiden.

In januari 1949 was het zover en de eerste reeks van Cantelli’s opnamen begon twee maanden later. Als protégé van Toscanini kon Cantelli een snelle, steile carrière in de V.S. maken. Behalve bij het NBC orkest. Dirigeerde hij voortaan ook jaarlijks het New York filharmonisch- en Boston symfonie orkest. Naast De Sabata verscheen hij in 1950 met het Scala orkest op het Edinburgh Festival en kort daarop viel hij bij een optreden in Londen voor de geïndisponeerde De Sabata in. 

De Engelse impresario Walter Legge die altijd een fijne neus had voor grote talenten en die het Philharmonia orkest achter de hand had, sloot meteen een platencontract met Cantelli, waarna hij in 1951 opnamen ging maken voor His Master’s Voice. De dirigent kreeg al gauw een druk werkschema met concerten en opnamen in de V.S., Engeland en Italië; hij was ook een graag geziene gast bij de muziekfestivals in Luzern en Salzburg. Nadat najaar 1954 het NBC symfonie orkest werd opgeheven en in verzwakte vorm nog een poos voortbestond als Symphony of the Air waren daar zijn kansen verkeken.

Toen hij 24 november 1956 omkwam bij een vliegtuigongeluk toen zijn Lineo Aereo Italiano toestel bij een tussenlanding op het Parijse Orly crashte had hij net een benoeming op zak als chefdirigent van La Scala in Milaan nadat hij daar had gezorgd voor een prachtige opvoering van Mozarts Cosi fan tutte in de Piccolo Scala en ook leek te zijn voorbestemd als opvolger van Dimitri Mitropoulos bij het New York filharmonisch orkest. 

Hoewel Toscanini in Cantelli een soort evenbeeld van zichzelf in zijn jonge jaren zag, was Cantelli natuurlijk een te krachtig en te persoonlijk individu om een spiegelbeeld van de maestro te kunnen zijn. Wel had hij met Toscanini een sterke zin voor partituurgetrouwheid com’e scritto gemeen in termen van tempo en detail en streefde hij naar een objectiviteit die onder toenmalige oudere dirigenten geen gemeengoed was.

Maar er was natuurlijk meer. Wat bij Cantelli vooral opviel waren zijn tomeloze energie, uitgesproken goede muzikale smaak, zijn voor uiterste verfijning, zijn balansgevoel, zijn zin voor een passende expressie en gevoelsmatige waarheid. In die betekenis was hij meer een begin dan een eind. Dat hij soms nogal snelle tempi aanhield, zal ook wel onder invloed van Toscanini zijn geweest.

Hij was tijdens orkestrepetities een onvermoeibare perfectionist. Er is een anekdote van het New York filharmonisch over zo’n repetitie van Hindemith’s symfonie Mathis der Maler waar hij in het vuur van zijn directie met zijn stokje in de palm van zijn linkerhand stak en behoorlijk begon te bloeden. Pas toen concertmeester John Corigliano hem dwong te stoppen om die hand te laten verbinden, onderbrak hij even het werk.

Als perfectionist repeteerde hij lang en grondig, wat hem wel in conflict bracht met de vakbonden. Zeker bij opnamen stond hij op een extra grondige voorbereiding en veel repetitietijd. In zijn frustratie over het niet helemaal bereiken van wat hem voor oren stond, had hij incidenteel een korte woedeaanval, maar overigens was hij een bescheiden en vriendelijk iemand.

Wanneer we Cantelli’s muzikale fonografische nalatenschap overzien, kunnen we tevreden vaststellen dat zoveel is bewaard en toegankelijk gemaakt. Het feit dat hij in de V.S. veel voor de radio werkte blijkt daarbij een groot voordeel: de oude bandopnamen werden in het archief bewaard. Een paar dingen vallen daarbij op. In de eerste plaats de brede smaak van de dirigent. Deze reikt van Frescobaldi, Gabrieli en Vivaldi – uiteraard nog ver verwijderd van de latere ‘authentiteits’ stroming – via Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Rossini, Schumann, Mendelssohn, Brahms, Franck en Wagner via Moesorgsky, Debussy en Ravel tot de twintigste eeuwers Falla, Hindemith, Stravinsky, Ghedini, Bartók en Casella. Gelukkig is er ook die onofficiële opname van Mozarts  Così fan tutte uit Milaan. In de V.S. moest hij haast verplicht aandacht besteden aan Piston, Barber en Copland. Dit programmamateriaal illustreert ook aardig wat rond het midden van de vorige eeuw zoal een ondernemende programmasamentelling was.

Wat verder opvalt bij het overzien van de gelukkig vrij lange discografie, zijn het grote aantal opnamen dat in de korte periode van 1951 tot1956 ontstond, het lichtelijk chaotische beeld van de compilaties en de vele overlappingen. Maar wie met overleg een keuze maakt, wacht veel moois. Uiteraard is vrijwel alles in mono, dus met nauwelijks dieptewerking in de klank en een beperkte dynamiek. Maar wat zou het eigenlijk: hier gaat het om muzikale waarden.

Verdere discografie

 

Beethoven: Symfonie nr. 5 (minus eerste deel); Mendelssohn: Symfonie nr. 4 Italiaanse; Rossini: Ouverture La gazza ladra. Philharmonia orkest. Testament SBT 1034.

 

Beethoven: Symfonie nr. 7. Philharmonia orkest; Mozart: Symfonie nr. 29. EMI 568.217-2.

 

Beethoven: Pianoconcerten nr. 1 en 5. Rudolf Serkin met het New York filharmonisch orkest. Andromeda ANDCD 5092.

 

Beethoven: Pianoconcert nr. 3; Brahms: Pianoconcert nr. 1.  Rudolf Firkusny en het New York filharmonisch orkest. AS-Disc 506.

 

Brahms: Symfonie nr. 1; Wagner: Siegfried Idyll en Siegfrieds hoornsignaal. Philharmonia orkest. Testament SBT 1012.

 

Brahms: Symfonie nr. 3; Schumann: Symfonie nr. 4. Philharmonia orkest. EMI 763.085-2.

 

Brahms: Symfonie nr. 3; Bartók: Muziek voor snaren, slagwerk en celesta; Gabrieli: Canzona a 8. New York filharmonisch orkest. ……..

 

Brahms: Symfonie nr. 3; Mendelssohn: Symfonie nr. 4. Philharmonia orkest. Testament SBT 1173.

 

Casella: Paganiniana; Rossini: Ouverture L'assedio di Corinto. Santa Cecilia orkest, Rome; Ravel: Suite nr. 2 Daphnis et Chloé; Pavane pour une infante défunte. Philharmonia orkest. Testament/Helikon SBT 1017.

 

Debussy: 2 Nocturnes; Prélude à l'après midi d'un faune; La mer; Voorspel Le martyre de St. Sébastien; Dukas: L'apprenti sorcier; Falla: Suite De driekanten steek. Philharmonia orkest. Testament SBT 1011.

 

Franck: Symfonie; Mozart: Ein musikalischer Spass; Schubert: Symfonie nr. 8 Onvoltooide. NBC Symfonie- en Philharmonia orkest. EMI 568.217-2.

 

Händel: Messiah (gedeelten); Bach: Weihnachtsoratorium (gedeelten); Tchaikovsky: Symfonie nr. 4; Haydn: Symfonie nr. 94; Stravinsky: Chant du rossignol; Wagner: Rienzi (gedeelten); Mozart: Symfonie nr. 29; Hindemith: Symfonie Mathis der Maler; Beethoven: Symfonie nr. 7. NBC Symfonie orkest. Testament SBT 41306 (4 cd’s).

 

Haydn: Symfonie nr. 93; Franck: Symfonie; Moesorgsky: Schilderijententoonstelling; Hindemith: Symfonie Mathis der Maler. NBC Symfonie orkest. Testament SBT 2194.

 

Hindemith: Konzertmusik voor strijkers en koperblazers; Symfonie Mathis der Maler. NBC Symfonie orkest. AS Disc 522.

 

Liszt: Pianoconcert nr. 2. Claudio Arrau en het New York filharmonisch orkest. Music & Arts 625.

 

Mendelssohn: Symfonie nr. 4; Vioolconcert. Jascha Heifetz en het New York filharmonisch orkest. AS-Disc 523.

 

Moesorgsky : Schilderijententoonstelling ; Wagner : Faust ouverture ; ‘Siegfried’s Rheinfahrt’ uit Götterdämmerung ; Roussel : Sinfonietta ; Berlioz : ‘Hongaarse mars’ uit La damnation de Faust ; New York filharmonisch- en NBC Symfonie orkest. Guild 2328.

 

Mozart : Pianoconcert nr. 27. Met het New York filharmonisch orkest. Pearl GEMMCD 9236.

 

Mozart: Cosí fan tutte. Elisabeth Schwarzkopf, Graziella Sciutti, Luigi Alva, Rolando Panerai, Franco Calabrese en het ensemble van La scala, Milaan. Stradivarius 13597/9.

 

Mozart: Requiem.  Renata Tebaldi, Fedora Barbieri, Giacinto Prandelli, Cesare Siepi en koor plus orkest van La Scala, Milaan. AS-Disc 500.

 

Piston: Toccata; Copland: El salon Mexico; Creston: Dance overture; Barber: Adagio for strings; Ouverture School for scandal; Choric dances;  Miller: Procession. NBC symfonie orkest. AS-Disc 515, Urania.

 

Ravel: Suite nr. 2 Daphnis et Chloé; Debussy: Voorspel Le martyre de St. Sébastien; Ghedini: Pezzo concertante; Hindemith: Symfonie Mathis der Maler. NBC Symfonie orkest. Testament SBT 41306 (4 cd’s), Fonit Cetra.

 

Tchaikovsky: Symfonieën nr. 4-6. NBC Symfonie orkest. AS-Disc 503/4, Archipel ARPCD 319.

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 6; Fantasie-ouverture Romeo en Julia. Philharmonia orkest. EMI 769.785-2, Testament SBT 1316.

 

Verdi: Requiem. Herva Nelli, Claramae Turner, Richard Tucker, Jerome Hines met koor en het New York filharmonisch orkest. Archipel 273, AS Disc 521.

 

Vivaldi: De 4 jaargetijden. John Corigliano met het New York filharmonisch orkest. Philips GR 05605 (lp), Naxos 9.80463.

 

Wagner: Ouverture Rienzi; Faust ouverture; ‘Goede Vrijdag muziek’ uit Parsifal; ‘Siegrieds Rheinfahrt’ uit Götterdämmerung; Siegfried Idyll. New York filharmonisch orkest. Idis 6474 (lp).

 

The art of Guido Cantelli. Rossini: Ouverture Siège de Corinthe; Bartók: Concert voor orkest; Schubert: Symfonie nr. 2; Mozart: Ouverture Le nozze di Figaro; Mendelssohn: Symfonie nr. 4; Ravel: Pavane pour un infante défunte; La valse; Brahms: Symfonie nr. 3; Beethoven: Symfonie nr. 7; Haydn: Symfonie nr. 94; Brahms: Symfonie nr. 1; Mozart: Symfonie nr. 29; Bartók: Muziek voor snaren, slagwerk en celesta; Gabrieli: Canzona nr. IX; Monteverdi: Vespers (gedeelten); Haydn: Symfonie nr. 88; Stravinsky: Jeu de cartes; Ravel: Boléro; Roussel: Sinfonietta; Vivaldi: Concerti grossi op. 3 (ged.); Tchaikovsky: Fantasie ouverture Romeo en Julia; Verdi: Ouvertures La forza del destino en Semiramide; Tchaikovsky: Symfonie nr. 4; Moesorgsky: Schilderijententoonstelling; Frescobaldi: Secondo libra di Toccate (ged.); Fiori musicali (ged.); Beethoven: Symfonie nr. 5; Dvorak: Pianoconcert; Hindemith Symfonie Mathis der Maler; Weber: Ouverture Euryanthe; Brahms: Tragische ouverture; Debussy: Voorspel Le martyre de St. Sébastien; Stravinsky: Fireworks; Tchakovsky: Symfonie nr. 5; Schumann: Symfonie nr. 4. Rudolf Firkusny met het NBC symfonie orkest c.q. New York filharmonisch orkest. Music & Arts CD 1120 (12 cd’s).  

 

De NBC radio opnamen uit 1951/2. Rossini: Ouverture Siège de Corinthe; Bartók: Concert voor orkest; Schubert: Symfonie nr. 2; Ghedini: Concerto dell’albatro; Vivaldi: Concerti grossi op. 3 (ged.); Brahms: Tragische ouverture; Debussy: Voorspel Le martyre de St. Sébastien; Stravinsky: Fireworks; Mozart: Symfonie nr. 29; Gillis: Prairie sunset; Mozart: Ouverture Le nozze di Figaro; Mendelssohn: Symfonie nr. 4; Ravel: Pavane pour une infante défunte; La valse. NBC Symfonie orkest. Testament SBT 41336 (4 cd’s).