CD Verzamelprogramma's

BONITABIUS, ANNA: SEMIRAMIDE

Bonitatibus, Anna: Semiramide. Caldara: ‘Introduzione’; ‘Povera navicella’ uit Semiramide in Ascalone; Porpora: ‘Vanne fido, e al mesto regno’ uit Semiramide regina dell’Assiria; Jommelli: ‘Barbaro…. Tradita, sprezzata’ uit Semiramide riconosciuta; Bernasconi: ‘Ah non è vano il piano’ uit Semiramide riconsciuta; Traetta: ‘Il pastor se torna aprile’ uit Semiramide; Paisiello: ‘Serbo il seno il cor piagato’ uit La Semiramide in villa; Bianchi: ‘Sinfonia’uit La vendetta di Nina, o sla Semiramide; Borghi: ‘Figlio diletto e caro’ uit La morte di Semiramide; Nasolini: ‘Fermati! Il ciel minaccia…Deh sospendi ai pianti miei… Serbo ancora un’alma altera’ uit La morte di Semiramide; Catel: Dans nr. 2 uit Sémiramis; Meyerbeer: ’Il placer, la gioja scende’ uit Semiramide riconosciute; Rossini: ‘Bel raggio lusingher’ uit Semiramide; García: ‘Già il perfido discese …. Al mio preger t’arrendi’ uit Semiramis; Händel/Vinci: ‘Fuggi dagl’occhi miei’ uit Semiramide HWV A 8. Met de Accademia degli Astrusi o.l.v. Federico Ferri. Duitse Harmonia Mundi 88725-47986-2 (2 cd’s, 1u. 30’05”). 2013

 

Het was een gemiste kans dat Richard Strauss na discussies met Hugo von Hofmannsthal en andere librettisten nooit toekwam aan een opera over de legendarische, door machtswellust gedreven, incest plegende Babylonische koningin Sammoeramat, dochter van godin Derceto en echtgenote van koning Nino (Grieks: Semiramis) uit de nehende eeuw v. Chr. en die onder meer aanleiding gaf tot de constructie van de hangende tuinen.

Wat Strauss niet was gegeven, lukte een aantal andere door deze koningin geboeide componisten van Vinci (1729) tot Rossini (1823). Er zijn wel twee verhaallijnen: sommige componisten volgden Metastasio’s Semiramide riconosciuta (Semiramis herkend) waarin de koningin vermomd als haar zoon probeert haar eerste liefde Scitalce terug te winnen. De tweede, latere geschiedenis, gebaseerd op Voltaire’s tragedie Semiramis uit 1749, waarin ze haar echtgenoot vermoordt en zonder het zich te realiseren verliefd wordt op haar zoon die haar bij  vergissing doodt.

Ieder van de beide cd’s begint met een orkestinleiding, de eerste is van Caldara uit 1725, de tweede in Gluckstijl van Bianchi uit 1790. 

Vinci ging natuurlijk nog uit van Metastasio en Händel maakte daar voor zijn pastiche dankbaar gebruik van. Jomelli ging in 1742 een stuk verder met een Semiramis die bozig is tegenover Scitalce. Een stuk vrolijker zijn beide fragmenten uit 1765: een langzame, tere aria van Bernasconi en een vrolijke dito van Traetta (met een mooie vioolsolo.

Meyerbeer introduceerde in 1819 een harpsolo van Luca Giardini om de gasten van de koningin welkom te heten; er komt ook een door Elena Spotti bespeelde Érard vleugel uit 1824 aan te pas.

Logisch dat de vroege aria’s van Caldara en Porpora uit 1724 nog vol coloraturen zitten, net als uiteraard Rossini’s cavatine ‘Bel raggio lunsinghier’ in een uitgebreide vroege versie., georkestreerd door Philip Gossett. Ook Nasolini leverde in 1792 een dergelijke cavatine en ontpopt zich als voorloper van Rossini.

Het blijkt heel aantrekkelijk om zulk verschillend, grotendeels onbekend materiaal bijeen te hebben. De toelichting bij deze uitgave is heel verhelderend wat de historische figuur en de legenden en mythes over haar als inspiratiebron van dichters, schrijvers en componisten aangaat.

Maar waarschijnlijk belangrijkst van al is dat de Italiaanse mezzo Anna Bonitatibus in fabuleuze vorm steekt voor dit thematische operarecital vol drama en zeldzaamheden en dat ze uitstekend wordt begeleid.