Elisaveta Blumina: Oestvolskaya: Concert voor piano, strijkers en pauken; Silvestrov: Postludia voor piano en strijkorkest nr. 1-4; Hymne 2001 Kancheli: Sio. Met het Stuttgarts kamerorkest o.l.v. Thomas Sanderling. Grand Piano GP 678 (58’03”). 2015
Reeds als zestienjarig wonderkind debuteerde Elisaveta Blumina in Sint Petersburg met het zware eerste pianoconcert van Brahms. Na haar conservatoriumopleiding studeerde ze nog in Hamburg en Bern nam ze les bij Jevgeny Koroliov, Radu Lupu, András Schiff, Bruno Canino en Paul Badura Skoda, thans is ze o.a. artistiek leidster van een festival met Russische kamermuziek in Hamburg.
Met zo’n voortreffelijk c.v. is meteen aan te nemen dat Blumina heel beslagen ten ijs komt voor dit interessante recitalprogramma. Interessant vooral omdat het werken bevat waarvan nauwelijks andere behoorlijke opnamen voorhanden zijn. Alleen de werken van Silvestrov zijn eerder door Jenny Lin (Hännsler CD 98229) opgenomen en verschenen niet op Blumina’s even mooie en interessante aan die componist gewijde cd (Grand Piano GP 639).
In haar concert uit 1946 gebruikt Oestvolskaya weliswaar extra pauken, maar ze laat daar niet zo woest mee omgaan als later met de grote houten voorhamer. De wortels liggen nog duidelijk bij Prokofiev en Shostakovitch, toch ging het aanvankelijk verboden werk pas in 1969 in première. De frisson is er niet minder om en waar eerder Pavel Serebryakov (Melodiya 74321-49956-2) en Ingrid Jacoby (Analekta AN 29898) hun beste beentje voor zetten, doet Elisaveta Blumina dat hier op haast nog betere, want indringender wijze. Ze geeft een gunstiger beeld van door stil lijden getekende schoonheid. Bovendien is ze beter opgenomen dankzij vorderingen op audiotechnisch gebied.
Dat de pianiste goed thuis is op het gebied van Silvestrov, was bekend aan de hand van haar aan deze componist gewijde cd, maar de vier Postludia voor piano en strijkorkest uit 2004 zijn een cd première en afgezien van de gave vertolking heel welkom. Van de devote Hymne 2001 bestaat een opname van de componist zelf uit het ontstaansjaar (ECM 1776).
Ook Gija Kancheli’s Sio (Bries) waaraan opnieuw slagwerk te pas komt, is nieuw op cd. Zoals gewoonlijk horen we modale melodieën, brokken Georgische volksmuziek in een toepassing met grote dynamische uitersten die eerder een storm suggereren. Het werk lijkt hier optimaal uit de verf te komen.
Een nieuwe briljant op de kroon van Blumina.