Brass united: Pitch black. Stravinsky/Verhelst: Pulcinella suite 2.0; Berio: Call (St. Louis fanfare); Albéniz: ‘Asturias’, ‘Cataluña en ’Sevilla’ uit Suite espagñola op. 47; MacMillan: A new song; Jacob TV: Pitch black; Bartók: Roemeense volksdansen nr. 1-6 BB. 68, Sz. 68. Channel Classics CCS 38717 (61’16”). 2016
De vijf Nederlandse en Franse koperblazers die samen Brass united vormen, hebben elkaar waarschijnlijk leren kennen in een van de Europese orkesten. Ze kennen en waarderen elkaar dusdanig dat ze de mogelijkheden van een eigen ensemble realiseerden en vervolgens een interessant programma dat is gebaseerd op volksmuziek samenstelden.
Het gaat om Wim van Hasselt en Alexandre Baty (trp), Jasper de Waal (hrn), Jörgen van Rijen (tromb), Stéphane Labeyrie (tuba), Siebe Henstra (kl), Jan Jansen (org), Koen Plaetinck en Jasper Mertens (slagw). Dames waren niet uitgenodigd.
Als een soort reveille had het programma eigenlijk moeten beginnen met Berio’s Call die inderdaad is geschreven voor koperkwintet.
Terwijl Stravinsky’s Pulcinellasuite normaal uit acht deeltjes bestaat, is het aardige hier dat er twee aan zijn toegevoegd doordat Steven Verhelst uitging van het complete werk. Wat deze muziek aan kleur wint, gaat in de bewerking niet of nauwelijks ten koste van lichtvoetigheid en lenigheid.
De drie deeltjes uit Albéniz’ Suite espagñola verschieten ook van kleur, maar niet van Spaanse sfeer. Jammer dat er niet meteen paar meer werden geregistreerd, want de cd biedt daartoe nog best ruimte.
Pitch black van Jacob TV, waaraan de titel van de cd is ontleend, is oorspronkelijk voor ghettoblaster en saxofoonkwartet over de beroemde jazztrompettist Chet Baker wiens stem er in is geïntegreerd. De bewerking voor koperkwintet bekomt het stuk heel goed, maakt het helderder en pittiger. Het origineel is gespeeld door het Aurelia saxofoonkwartet (Emergo EC 3920-2).
Leg ook het origineel van MacMillans A new song door organist Andrew Reid e het koor van Westminster Abbey o.l.v. Martin Baker (Hyperion CDA 67219) maar eens naast de hier gespeelde bewerking om te horen dat dit zo uitgevoerd haast een weldaad is. Voor Bartóks Roemeense volksdansen geldt dat dan weer in wat mindere mate, maar voor een keertje is het aardig om ze zo knap geblazen te horen in vergelijking met de vele andere versies.
Wanneer deze kritisch geeft ophoudt naar meer slakken te zoeken om zout op te leggen, moet hij toegeven grote bewondering voor deze musici en hun geweldige prestaties te hebben.