CD Verzamelprogramma's

BUNIASHVILI, KHATIA: KALEIDOSCOPE

Buniashvili, Khatia: Kaleidoscope. Moesorgsky: Schilderijententoonstelling; Ravel: La valse; Stravinsky: 3 Delen uit Petroesjka. Sony 888751-7003-2 (60’49”). 2015

 

Als algemene toelichting op dit programma schrijft de pianiste: “Het programma tracht een beeld te geven van hoe de mens snippers van de werkelijkheid op een geven ogenblik. Het is een menselijke reflex om een beeld uit het werkelijke leven in verbeelding om te zetten om het zo in het eigen universum te integreren.”

Nu was het muzikale denken van Moesorhsky heel vernieuwend, op het nukkige af. Hij vermeed bewust de invloed van eerdere tradities en tijdgenoten, maar koos ervoor zijn eigen muzikale middelen te ontwikkelen. De segmenten uit de Schilderijententoonstelling vertegenwoordigen die benadering heel goed en ook de onderliggende betekenis is interessant in de zin dat het werk een viering is van de prestaties van de schilder in leven en welzijn en niet blijft hangen in treurnis over zijn dood.

Juist ook van dat aspect toont Buniashvili zich goed bewust te zijn. De ‘Promenades’ worden rustig, haast converserend afgelegd en neemt royaal de tijd om het ‘Oude kasteel; van alle kanten te bekijken. Ook de ‘Ossenkar’ trekt vrij traag voorbij. Daarentegen dansen de net uitgekomen kuikentjes heel snel, maar met heel helder, duidelijk gearticuleerd spel. ‘De hut op kippenpoten’ is een feest, ‘Baba Yaga’s hut’ krijgt iets wilds en angstaanjagends en ‘De grote poort van Kiev’ heeft epische proporties.

Over Ravels La valse zegt ze: “het is de wens naar een voortdurende euforie die tot zelfvernietiging leidt.” In de praktijk doet ze dat tempo uitersten te kiezen die spannend zijn, maar ook enigszins de gewone muziekstroom aantasten. In 10’39” is ze er klaar mee, anderen doen er een minuut langer over. Heel virtuoos, maar de dans zelf raakt wat op de achtergrond.

Heel overtuigend speelt ze de drie delen uit Stravinsky’s Petroesjka. Heel beeldend gespeeld met motorische energie in de ‘Russische dans’, moi beeldend in ‘Petroesjka’s kamer’ en bijzonder karakteristiek in de ‘vastenavondscène’.

Buniashvili beschikt over een enorm technisch arsenaal en heeft een duidelijke persoonlijkheid waarmee men op goede voet kan raken of bij uitzondering mogelijk niet. Prachtig muziek maken kan ze zeker.

Zet haar af tegen Sokhiev (Naïve V 5068), Pletnev (Virgin 482.055-2) of Pogorelich (DG 437.667-2) in Moesorgsky, Béroff (EMI 574.749-2) in Ravel en Pollini (DG 471.360-2) en Kissin (RCA 82876-65390-2) in Stravinsky.