Bel Ayre: ‘A canzone ‘e partenope. Canzoni populari Napoletane. Lassus: ‘Sto core mio’; Costa: ‘Era de Maggio./’A canzone ‘e Partenope’ (bew. Verhelst); Cannio: ‘‘A serenata ‘e Pullecenella’; Anoniem: ‘Canto dell lavandaie del Vomero’; Verhelst: ‘Vergognosa’; ‘Aballo’; Anoniem: ‘Madonna tu me fai’; Modugno: ‘Scioscia popolo’; ‘Strada nfosa’; Cioffi: ‘Tre feneste’; Sculisi: ‘Dimme ‘na vota si’; Vian: ‘Luna rossa’; Tosti: ‘A Marechiano’; Di Maio: ‘La morte di Mariteto’. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (64’41”). 2016
Bij het begrip Napolitaans lied denkt men onwillekeurig aan een kwelende Italiaanse tenor die Cottrau’s Santa Lucia, en verder Funiculi funicula, O sole mio, Torna a Surriento, en ‘O surdato ‘Nnamurato zingt. Vergeet dat onmiddellijk wanneer het om het Belgische ensemble Bel Ayre (Mooi lied) rond sopraan Lieselot de Wilde met gitarist Peter Verhelst, Jean-Philippe Poncin (klarinetten), Dick van der Harst (bandoneon), Lode Vercampt (vc) en Yves Peeters (slagw.) gaat.
Van de bekende leveranciers komen alleen Tosti en Cioffi langs, maar verder is het muzikale bereik aanzienlijk groter door bij Lassus in de zestiende eeuw te beginnen en bij Verhelst in het heden te eindigen en door op intiemere schaal te opereren. Ook komen er meer componisten langs in deze mengelmoes van stijlen en invloeden die als vanzelf voor variatie zorgen.
Grappig ook, dat daar even een bandoneon aan te pas komt. Dat die wordt gebruikt is echter niet zo vreemd, want het instrument was eind negentiende eeuw in sommige Europese landen ook erg bekend.
Leuk gevonden en bedacht materiaal dat met groot kunnen, vrij noordelijk geserreerd wordt gepresenteerd door het hechte groepje toegewijde betrokkenen dat een eigen Napolitaanse stijl schept.