Brauß, Elisabeth; Debut. Beethoven: Pianosonate nr. 7 in D op. 10/3; Prokofiev: Pianosonate nr. 2 in d op. 14; Chopin: Pianosonate nr. 2 in b op. 35; Denhoff: Étude de couleurs op. 115. Oehms OC 460 (74’46”). 2016
Overladen met prijzen in haar geboorteland Duitsland en met een aantal optredens tot in Sint Petersburg achter de rug, debuteert de in januari 1995 in Hannover geboren pianiste Elisabeth Brauß met een viertal werken waarin ze zich goed weet te profileren. Met Beethoven en Chopin lukt haar dat goed dankzij de juiste stilistische opvatting en verzorgd expressief spel. Bijzonder wordt het pas in de tweede sonate van Prokofiev (1912). Stormachtige muziek die veel van de pianotechniek vergt. Daarover beschikt de pianiste in ruime mate, maar het gaat om meerwaarde. Namelijk om deze muziek te karakteriseren zonder in hol vertoon te vervallen.
Ook over deze = wat Sviatoslav Richter noemde – ‘schokkende twintigste eeuwse puls blijkt ze te beschikken.
Interessant is het relatief nieuwe, inderdaad kleurige werk van Michael Denhoff die al pianostukken als Atemwende (naar Celan), de 52 Hebdomadaire, de 5 Skulpturen, het dozijn Inventionen, …. Al niente… en de negen Nachtschattengedanken op zijn naam heeft. Leuke kennismaking met dit werk. Maar veel aangenamer is de kennismaking met het niet geringe kunstenaarschap van Brauß. Dat zij zich gestaag verder moge ontwikkelen.