Juliane Banse: Im Arm der Liebe. Marx: Waldseligkeit; Und gestern hat er mir Rosen gebracht; Marienlied; Der bescheidene Schäfer; Selige Nacht; ’Ständchen’ uit Italienisches Liederbuch; Sommerlied; Braunfels: Chinesische Gesänge op. 19 nr. 1-3; Korngold: Schneeglöckchen op. 9/1; Das Ständchen op. 9/3; Liebesbriefchen op. 9/4; Sommer op. 9/6; Pfitzner: Venus mater op. 11/4; Trauerstille op. 26/4; Gretel op. 11/5; Untreu und Trost op. 26/4; Nachts op. 26/2. Met het Omroeporkest München o.l.v. Sebastian Weigle. BR Klassik 900.322 (54’40”). 2015
Dat de voortreffelijke gedachte van het orkestlied na Mahler en Richard Strauss ook ingang zou vinden bij andere, wat latere componisten uit het Duitstalige gebied, wordt hier aan de hand van onbekender materiaal van Joseph Marx (1882-1964), Walter Braunfels (1882-1954), Erich Korngold (1897-1957) en Hans Pfitzner (1869-1949) aangetoond.
Negentien orkestliederen van heel verschillende componisten die echter aansluiting hadden met de laatromantische traditie en ook romantisch getinte teksten uitkozen. De trait d’union daartussen vormt de mooi nuancerende en fraserende warme sopraanstem van Julia Banse die met een voortreffelijke dictie zorgt dat de tekst steeds goed tegen de orkestrale achtergrond goed te volgen is. Van Sebastian Weigle en het orkest krijgt ze de warmbloedige begeleiding die ze verdient.