Lika Bibileishvili: Prokofiev: Pianosonate nr. 6 op. 82; Ravel: Gaspard de la nuit; Sibelius: Pianostukken op. 76 nr. 1-10, 13; Bartók: Pianosonate Sz. 80, BB. 88. Farao B 108099 (78’10”). 2017
Haar naam verraadt metsen de Georgisch afkomst van de in 1988 geboren pianiste Lika Bibeleishvili die op twaalfjarige leeftijd al in Adjara optrad met Pianoconcert nr. 1 van Rachmaninov. In 2008 kon ze voor verdere studie terecht in München, waar ze in 2015 met lof haar masterdiploma uitgereikt kreeg.
Op haar debuut cd begint ze met Prokofiev eerste, nogal epische, vrijwel een half uur durende ’oorlogssonate’ uit 1940: nr. 6. Ze houdt de vaart erin in de vier delen vol kantige dissonanten, afgewisseld door rustiger laatromantische momenten. Beide karakters weet ze raak, contrastrijk te treffen.
Ook in het Franse idioom van Ravels trilogie over dwergen, nimfen en geestverschijningen van Gaspard de la nuit voelt ze zich geheel thuis. In Ondine klinkt de mythologische waterwereld door, in Le gibet tekent ze de griezelige sfeer van een gehangene en van Scarbo maakt ze een grillig scherzo. Dat alles op spontane, quasi-improvisatorische manier.
Elf van de dertien Pianostukken van Sibelius uit 1911/9 vormen het minst interessante deel van het recital, maar worden ook voorbeeldig uitgevoerd.
Tot slot is daar de motorische Sonate van Bartók uit 1926 met zijn merkwaardig suffige sostenuto pesante.