Katia Braunschweiler: Invitation au voyage. Scarlatti, D.: Pianosonates in E L. 430, K. 531, f L. 118, K. 466, G L. 232, K. 124, a L. 241, K. 54, f L. 187, K. 481; Schubert: Impromptu’s nr. 2 in Es op. 90/2, D. 899 en 4 in As op. 90/4, D. 899; Chopin: Walsen nr. 19 in a op. posth, 6 in Des op. 64/1 ‘Minutenwals’, 14 in e op. posth.; Impromptu in cis ‘Fantaisie impromptu’ op. 66; Ravel: Jeux d’eau.  Doron DRC 5047 (48’40”). 2014

In 2014 debuteerde de jonge Zwitserse pianiste Katia Braunschweiler uit Genève, die een paar jaar in Nederland studeerde bij Alan Weiss voor de buitenwereld vrij onopvallend op een internationaal niet al te bekend label met een programma van barok- en vroegromantische bekende, korte pianowerken met een markant werk van Ravel als virtuoze toegift. Achteraf gezien blijkt ze met dit stilistisch breed opgezette programma waarin ze aantoont in vele periode van de muziek geschiede nis thuis te zijn een brevet van grote bekwaamheid te hebben verworven als hoogbegaafd en van rijpheid blijk gevende kunstenares die ver boven de materie staat. Haar spel is vrij straf en helder in de Scarlatti sonates, expressief en gevoelig in de romantische werken en heel verleidelijk, helder en welsprekend, maar ook volkomen natuurlijk vloeiend in Ravel. Het is een genoegen om op haar uitnodiging voor deze muzikale reis in te gaan. Logisch dat zo iemand  ondanks een overvloed aan andere jonge kandidaten voor de grote podia meer kansen krijgt.