CD Verzamelprogramma's

BOSGRAAF, ERIK: VAN WASSENAER EN DE BLOKFLUIT IN DE LAGE LANDEN

Bosgraaf, Erik: Unico Wilhelm van Wassenaer en de blokfluit in de Lage Landen. Van Wassenaer: Blokfluitsonates nr. 1 in F, 2in g en 3; in g; Loeillet: Triosonate nr. 3 in g op. 1/3, Blokfluitsonate in a op. 1/1; Parcham: Blokfluitsonate in G; Leclair: Fluitsonate in G op. 9/7 (bew.); Fiocco: Pièces de clavecin op. 1, Suite nr. 1; Schickhardt: Sonate nr. 9 in E uit L’alphabet de la musique op. 30; Van Noordt: Blokfluitsonate in F. Met Francesco Corti (kl). Brilliant Classics 95907 (79’57”). 2018

Dat de Nederlandse graaf Unico Wilhelm van Wassenaer (1692 - 1766) zijn vrije tijd als diplomaat als amateurmusicus meer schreef dan de intussen bekende Concerti armonici uit 1740 die ten onrechte lang aan de Italiaan Carlo Ricciotti waren toegeschreven was wel duidelijk. Vooral de grote kwaliteiten van die werken viel op.

Dat geldt ook voor zijn drie Sonates voor altblokfluit en b.c. die pas begin jaren negentig zijn teruggevonden en die mogelijk aan zijn verkeerd gespelde naam Wallenaer waren toegeschreven.

Ook van deze sonates valt de harmonische rijkdom op van werken die bij voorkeur in de sonata da chiesa vorm werden geschreven. Ze weerspiegelen de grote mate aan kennis van de componist en zijn voorkeur voor de Italiaanse stijl.

In tegenstelling tot de Braziliaan Ricardo Kanji die in zijn lange Nederlandse periode dit drietal sonates van Van Wassenaer combineerde met werken van andere Nederlandse tijdgenoten als Van Blankenburg, De Fesch, Bustijn en Schenk (Globe GLO 5101), zoekt Bosgraaf het over de landsgrenzen bij Joseph Hector Fiocco (1703 - 1741), Jean-Marie Leclair (1697 - 1764), Jean Baptiste Loeillet (1688 - ca. 1720), Andrew Parcham (ca. 1700), Johann Christian Schickhardt (ca. 1682 - 1762) om tenslotte wel terug te keren tot Sybrandus van Noordt (1659 - 1705).

Ook hier weer geldt dat veel van wat Erik Bosgraaf met zijn spel aftast in muzikaal edelmetaal verandert. Maar het bijzondere hier is, dat hij in dit recital zeven instrumenten van sopraan tot bas gebruikt, alle met hun eigen mooie klankpalet aan mooie kleuren.

Mede dankzij de keurig en geïnspireerd verzorgde begeleiding van klavecinist Francesco Corti kwam zo een heel bijzonder recital tot stand. Toch is daar wel een kanttekening bij de maken. Bij de meeste werken is duidelijk een basso continuo aangegeven en hier missen we inderdaad het wezenlijke aandeel van een viola da gamba of cello, zoals bij Kanji. Alsof het de vooropgezette bedoeling was om vooral alleen Bosgraaf te doen schitteren. Alsof hij dat werkelijk nog nodig heeft.