Rudolf Buchbinder: Het Diabelli project. Beethoven: Diabellivariaties op. 120 nr. 1-33; Anton Diabelli: Wals 1819; Lera Auerbach: Diabellical waltz; Brett Dean: Variation for Rudi; Tosho Hosokawa: Verlust; Christian Jost: Rock it. Rudi!; Bradley Lubman: Variation for RB; Philippe Manaury: Zwei Jahrhunderte später; Max Richter: Diabelli; Rodion Tsetchedrin: Variation on a theme of Diabelli; Johannes Maria Staud: À propos de….Diabelli; Tan Dun: Blue orchid; Jörg Widmann: Diabelli-Variationen; Johann Nepomuk Hummel: Diabelli variatie nr. 16, S. 161; Friedrich Kalkbrenner: Diabellivariatie nr. 18; Conradin Kreutzer: Diabellivariatie nr. 21; Franz Liszt: Diabellivariatie S. 147; Ignaz Moscheles: Diabellivariatie nr. 26; Franz Xaver Wolfgang Mozart: Diabellivariatie nr. 28; Franz Schubert: Diabellivariatie nr. 38; Carl Czerny: Coda. DG 483.7707 (2 cd’s, 1u, 35’09”). 2019/20
Nadat Beethoven in 1822 zijn laatste Pianosonate nr. 32 had voltooid, begion hij aan een nieuwe grote uitdaging: de 33 Variaties over een wals van Diabelli. Diabelli was primair een muziekuitgever en hij wilde in 1819 graag een verzameling variaties uitgeven over een walsje van hemzelf. Tot de componisten die hij daarvoor uitnodigde behoorde Beethoven, die aanvankelijk niet was ingegaan op dat verzoek, maar kennelijk van mening veranderde en toch wel iets zag in dat melodietje in C-groot. Nadat zijn inspiratie volledig was gemobiliseerd, schreef hij een van de mooiste, ongeveer een uur lange pianocompositie die alleen al fysiek, maar ook technisch en mentaal een grote uitdaging is.
In 1973 maakte Rudolf Buchbinder de opname Diabelli’s waltz, waarin hij de bewuste Wals van Diabelli, de 33 Diabellivariaties van Beethoven, de afzonderlijke Diabellivariaties van Ignaz Assmayr, van Carl Maria von Bocklet, van Leupold Eustache Czapek, Carl Czerny, Joseph Czerny, Moritz von Dietrichstein, Joseph Drechsler, Emanuel Aloys Förster, Franz Jakob Freystädtler, Johann Gänsbacher, Josef Gelinek, Anton Halm, Joachim Hoffmann, Johann Horzalka, Joseph Huglmann, Johann Nepomuk Hummel, Anselm Hüttenbrenner, Friedrich Kalkbrenner, Friedrich August Kanne, Joseph Kerzkowsky, Conradin Kreutzer, Eduard von Lannoy, Maximilian Joseph Leidesdorf, Franz Liszt, Josef Mayseder, Ignaz Moscheles, Ignaz Franz von Mosel, Franz Xaver Wolfgang Mozart, Joseph Panny, Hieronymus Payer, Johann Peter Pixis, Wenzel Plachy, Gottfried Rieger, Philipp Jakob Riotte, Franz de Paula Roser, Johann Baptist Schenk, Franz de Paula Jakob Schobenlechner, Franz Schubert, Simon Sechter, Rudolph von Österreich, Maximilian Stadler, Joseph de Szalay, Václav Jan Tomášek, Michael Umlauf, Bedrich Divis Weber, Franz Weber, Christoph Angelus von Winkhler, Franz Weiß, Jan August Vitásek, Jan Václav Virísek en de coda van Carl Czerny alle 88 speelde (Teldec 0630-17388-2m 2 cd’s).
Ter gelegenheid van het Beethovenjaar 2020 keerde hij op lichtelijk andere wijze naar dat project terug. Daarin staan natuurlijk het walsje en de Variaties van Beethoven voorop. Maar verder herhaalt hij alleen de variaties van oude bekenden als Hummel, Kalkbrenner, Kreutzer, Liszt, Moscheles, Mozart jr., Schubert en Czerny, maar legt hij ook verbinding met huidige componisten in verschillende genres. Een goede manier om het werk te actualiseren.
Buchbinder was altijd een betrouwbare, misschien niet echt visionaire Beethovenvertolker, dus niets stond in de weg om van deze uitgave iets moois en waardevols te maken.