Amandine Beyer: London calling. Matteis: ‘Gavotta con divioni’, ‘Adagio-presto’. ‘Aria tra la maniera francese è la spagnola’, ‘Diverse bizzarrie sopra la vecc hi sarabande ò pur ciaccona’, ‘Contr’ara’. ’Scaramuccia’, ‘Aria burlesca con molte bizzarrie’, ‘Gavotta’, ‘Aria amorosa’, ‘Ground in d la sol re per far la mano’, ‘Grave’, ‘Ground after the Scotch humour’. Falconieri: ‘Canciiona dicha la precisiosa’, ’Su gallarda’; Hilton: ‘Fantazia nr. 1, 2, 5’, ‘Fancy’, ‘Preludio’, ‘Fantasia a 3 en nr. 3’; Purcell: ‘ The plaint’ uit The fairy queen Z. 629 (bew.); Händel: ‘Prélude en Capriccio’ HWV. 571. Met Michael Oman (blokfl) en ABC, de Austrian Baroque Company. Fra Bernardo 200.1111 (68’30”). 2005.
Nu al ettelijke jaren is de Zwitserse violiste Amandine Beyer een baken in de authentieke vertolking van barokmuziek met andere repertoirekeuzes dan haar Engelse collega’s Rachel Podger, Monica Huggett en Cecilia Bernardini. Meestal werkt ze samen met haar Ensemble Gli Incogniti, maar voor dit programma dat uit de tijd daarvoor stamt en bij de Oostenrijkse Omroep verscheen onder de titel Greetings from London, omringde ze zich met de Austrian Baroque Company ofwel het Oman Consort, gevormd door Daniel Oman (git., colascione), Balász Máté (vc), Christoph Urbanetz (vdg), Johannes Hämmerle (kl, org), Martina Schobesberg er (org), Thomas Boyses (theorbe, barokgit) en Charlie Fischer (slagw).
Aan de orde zijn 24 stukken, waarvan de meeste zijn van Nicola Matteis (1670 - 1713) een der eerste, vermoedelijk uit Napels komende Italiaanse barokviolist in Londen en andere van Andrea Falconieri (1585 - 1656), John Hilton (1599 - 1657) en een paar van Purcell en Händel.
In de programmatoelichting is deze aantekening van 2 maart 1669 uit de dagboeken van de Engelse marineambtenaar Samuel Pepys opgenomen: “We fell to dancing, and continued, only with intermission for a good supper, till two in the morning, the musick being Greeting, and another most excellent violin, and theorbo, the best in town. And so with mighty mirth, and pleased with their dancing of jigs afterwards several of them, and, among others, Betty Turner, who did it mighty prettily; and, lastly, W. Batelier‘s „Blackmore and Blackmore Mad“; and then to a country-dance again, and so broke up with extraordinary pleasure, as being one of the days and nights of my life spent with the greatest content; and that which I can but hope to repeat again a few times in my whole life”.
Het moet er in de betere kringen destijds vrolijk aan toe zijn gegaan onder het genot van vrolijke, kolderieke deuntjes met fraaie versieringen. Amandine Beyer en ook blokfluitist Michael Oman nemen het voortouw in dit lustig, maar ook zorgvuldig en met veel zwier gespeelde programma.