Florian Boesch: Alles wieder gut. Schumann: ‘In der Fremde’; Schubert: ‘Heidenröslein’; ‘Der Tod und das Mädchen’; Brahms: ‘Über die Heide’; Mahler: ‘Die zwei blauen Augen’; Schubert: ‘Du bist die Ruh’; Schumann: ‘Die Stille’; Mahler: ‘Ging heut morgen übers Feld’; Schumann: ‘Wehmut’; ‘Es fiel ein Reif’; Mahler: ‘Wenn mein Schatz’; Schumann: ‘Der arme Peter - Der Hans und die Grete’; ‘Der arme Peter - In meiner Brust’; ‘Der arme Peter - Der arme Peter wankt vorbei’; ‘Zwielicht’; Mahler: ‘Ich hab ein glühend Messer’; Beethoven: ‘Sehnsucht’; Schubert: ’Die Vögel’; Purcell: ‘When I am laid’. Met Franui. Col legno COL 20459 (57’05”). 2020
Er zijn talloze manieren om een liederenprogramma met liederen en in dit geval een operafragment van Purcell tot slot samen te stellen, maar er ontstaat iets nieuws en anders wanneer de zanger - in dit geval de uitstekende bariton Florian Boesch - zich laat begeleiden door een tienkoppig ensemble uit de Oostenrijkse Alpen, de Musicbanda Franui met volksinstrumenten als harp, dulicimer, cither, violen, contrabas, accordeon en veel koper.
Het is een bijzondere ervaring dit markante en veelzijdige programma met kunstliederen zo onderscheidend volks te ondergaan. De componisten hoeven zich zeker niet in hun graf om te draaien. En enigszins naar het motto een van Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen dat eindigt met: ‘Eine schöne Welt? Kling, kling! Schönes Ding! Wie mir doch die Welt gefällt! Heia!’