Brahms trio: Russische Pianotrio’s 3. Rimsky-Korsakov: Pianotrio in c (voltooid door M. Steinberg); Cui: ‘deel’ uit À argenteau op. 40; Borodin: Pianotrio in D. Naxos 8.574114 (68’20”). 2020
Over het geheel genomen is het Pianotrio van Rimsky-Korskov uit 1897 een warmbloedig, kleurig wek in de stijl van de late Brahms. Het is een heel substantieel werk dat wel drie kwartier duurt. Het is misschien geen echt grootse muziek, maar het werk is echt goed geschreven. Rimsky liet het werk onvoltooid achter en gelukkig voltooide diens schoonzoon Maximilan Steinberg het kort voor W.O. II.
César Cui schreef zijn uit 9 delen bestaande Pianosuite met karakterstukken À argenteau in 1889 en Glazoenov maakte daar ook een Orkestsuite nr. 4 op. 40a van. Dat er ook iets van voor strijkkwartet is bewerkt, was nieuw voor me.
Het Pianotrio van Borodin heeft drie mooi volgroeide delen, een vierde is blijkbaar zoekgeraakt. Het is een energiek voortstuwend werk dat te abstract is om iets van de nationalistische tendensen van de Polowetskische dansen of de Symfonie nr. 2 te laten blijken. Maar een fijn werk is het beslist.
De drie spelers van het Brahms trio - Nikolai Sachenko (v), Kirill Rodin (vc) en Natalia Rubinstein (p) - slaan in deze werken steeds de juiste toon aan en die is gelukkig eerder slank dan gezwollen. Zo zorgen ze ook voor rustige kalme passages en dat draagt veel waardevols bij aan deze zorgvuldige vertolkingen.