Esther Birringer: Once upon a time. Stravinsky: Delen uit Petroesjka nr. 1-3; Prokofiev: Stukken uit Romeo en Julia op. 75/1-10; Tchaikovsky: Notenkrakersuite op. 71a (bew. Pletnev). Rubicon Classsics RCD 1067 (70’50”). 2020
Voor haar debuut cd maakt de Duitse Pianiste Esther Birringer (1983) er zich niet met een Jantje van Leiden vanaf door een programma samen te stellen van bekende Russische balletmuziek in diverse bewerkingen. Maar wie waagt, die wint, zoals in dit geval.
Wanneer we ons primair richten op de 10 Stukken uit Romeo en Julia van Prokofiev dan vallen twee kenmerken van het spel van Birringer op: de heldere textuur en het subtiele gebruik van rubato. De noten vloeien logisch en hoe percussief het ritme ook is, het verstoort nooit de melodielijn. Het karakter blijft vrij speels. In het eerste deel, de volksdans, wordt de feestelijke sfeer raak getypeerd. Het beroemde Montagues en Capulets is niet vervuld van louter stampende ritmen; de ‘Dans van de meisjes met lelies’ valt niet mechanisch uit, maar juist heel charmant. In het cruciale laatste deel, ‘Romeo en Julia voor het afscheid’ klinkt het liefdesthema doorleefd en niet te snel, maar wel volgens de aanwijzing animato.
Wie zo goed overweg kan met Prokofiev kan haast ook niets verkeerd doen met de nog grotere virtuositeit vragende Petroesjkamuziek van Stravinsky en de vooral om lyrische expressie vragende balletmuziek van Tchaikovsky. En zo is het over de hele linie homogeen goede resultaat ook geworden en dus volkomen in orde. In dit repertoire hoeft ze niet te verschuilen achter eventueel haar overtreffende collega’s die ik ditmaal ook niet nader noem. Wat een fijn recital, niet ‘er wás eens’, maar ‘er is eens’.