Jana Boušková: Smetana: ‘Vyšehrad’, ‘Vltava’ en ‘Šárka’ uit Má vlast (bew);. Dvorak: Suite in A op. 98b, B. 190, ‘Amerikaanse’ (bew); ‘Largo’  uit Symfonie nr. 9 in e op. 95 B. 178 (bew); Suk: Zomerimpressies op. 22b (bew). Supraphon SU 4292-2 (78’25”). 2020

 

De Tsjechische harpiste Jana Boušková (na studie in Londen en Brussel eerste harpiste van het Tsjechisch filharmonisch orkest) keert na haar opname met Harpconcerten van Dittersdorf, Albrechtsberger en Wagenseil (EBS 6085) uit 1998 op deze cd terug tot haar vaderlandse wortels en de daar heersende muziektraditie. Van ‘Vyšehrad’ uit Smetana’s Mijn Vaderland is bekend dat het met een mooie harpsolo begint, maar zij speelt met vrij spectaculair resultaat het hele werk op een flexibel ritmische wijze solistisch zoals dat door een orkest bijna niet te doen zou zijn. Ook ‘De Moldau’ kabbelt tijdens zijn groei steeds levenslustiger terwijl ‘Šárka’ iets strijdlustigs meekrijgt.

Dvorak schreef zijn ‘Amerikaanse Suite’ in 1894 oorspronkelijk voor piano en orkestreerde deze later, een ‘hervertaling’ naar harp is daarom zo gek nog niet, zeker niet als de jazzy Nieuwe Wereld thema’s zo mooi worden afgewisseld door nostalgische, licht melancholieke Boheemse volksmuziek met van die glijdende toonschalen: heel fraai geïnterpreteerd door Jana Boušková.

Tot besluit zijn er nog het vijfdelige Symfonisch gedicht Zomerimpressies (Pohádka léta) van Jozef Suk uit 1908 dat zich ook goed voor deze reductie tot één tokkelinstrument blijkt te lenen en daardoor inderdaad luchtig zomers klinkt.