Musikalische Frühlings-Früchte. Suites van Christian Flor en Dietrich Becker. Musica Poetica o.l.v. Jörn Boysen. Challenge CC72232. (63’13”). 2008
Ooit van Christian Flor (1626-1697) gehoord, of van Dietrich Becker (1623-1679)? Beide zeventiende eeuwse Duitse heren hebben zich destijds verdienstelijk gemaakt met componeren en het is aan klavecinist/dirigent Jörn Boysen en zijn barokensemble Musica Poetica te danken dat nu ook dit tweetal aan de groeiende lijst van herontdekte klassieke muziekvinders werd toegevoegd.
Jörn Boysen is in 1976 te Lübeck geboren, een van “de” centra van Duitse barokmuziek, met name door Buxtehude, de grote componist/organist van de Mariënkirche. Boysen studeerde in Lübeck aan het conservatorium en daarna aan het Haagse Kon.Conservatorium bij Tini Mathot en Ton Koopman. Hij werkt regelmatig als continuospeler mee aan Duitse, Spaanse, Nederlandse en Franse koren en orkesten en is sinds 2006 leider van het Hollands Vocaal Ensemble en Opera Rotterdam dat (in betere tijden..) tot het vierde professionele operagezelschap in ons land hoopte uit te groeien.
Boysen, trouwens ook componist, laat op zijn nieuwe cd met Musica Poetica Musicalische Frühlings-Früchte van Flor en Becker en twee anonieme tijdgenoten horen en het ensemble doet dat met veel gevoel voor stijl en een markante, vitale ritmische gedrevenheid en dynamiek.
Echt uitzonderlijke muziekjes zijn dit niet, maar ze getuigen wel van inventiviteit en vooral van het vermogen met toenmalig modieuze dansen, o.a. naar Franse snit, attractieve suites te creëren. Becker en Flor ontlopen elkaar niet zo veel, al zijn de door Boysen met verve gespeelde cembalostukken van Flor m.i. de sterkste.
Twee mooie, ook naar Frans trend geschreven anonieme suites en een door sopraan Helen Thomson mooi gezongen aria: ‘Auf höret meine Sinnen’ van Christian Flor completeren dit barok boeketje muzikale bloemen uit Noord-Duitsland. Ferd op de Coul