SAXOFOONSONATES UIT DE TWINTIGSTE EEUW: FLASHBACK

Saxofoonsonates uit de twintigste eeuw: Flashback. Gál: Suite voor altsaxofoon in Es op. 102b’ Schulhoff: Hotsonata; Hindemith: Saxofoonsonate; Heider: Jazzsonate; Denisov: Altsaxofoonsonate. Guido Bäumer en Aladár Racz. Odradek ODR 331 (68’02”). 2015

 

Toen Adolphe Sax in 1846 een Frans patent kreeg op zijn uitvinding, de saxofoon, was het instrument bedoeld als een middel om zich naadloos tussen de houtblazers te voegen en een brug naar het koper te slaan. Maar het werd enigszins slachtoffer van de gebeurtenissen die volgden. Klassieke componisten lieten het instrument nogal links liggen en de Amerikaanse jazz maakte er een eigen stem van in een caleidoscoop van andere onafhankelijke instrumenten.

Wie in de zogenaamd (modernere) klassieke muziek als saxofonist actief is, lijkt vaak aangewezen op bewerkingen. Saxofoonkwartetten zijn daar heel sterk in. Toch zijn er bijvoorbeeld best originele saxofoonsonates. 

Het duo Guido Bäumer en Aladár Racz die in 2001 voor het eerst als Duo Ultima  samenwerkten in IJsland (!) verzamelde een vijftal daarvan dat in de roerige periode tussen 1930 en 1970 werd geschreven; in twee daarvan zijn jazzinvloeden geslopen. Het blijken vaak niet al te sterke werken te zijn.

In zijn suite uit 1949 huldigt Hans Gál een nog zeer klassiek uitgangspunt en Bäumer accentueert de melodiek van het werk om het wat interessanter te maken dan het in wezen is. Oorspronkelijk schreef Hindemith in 1943 voor althoorn, maar stond als alternatief een altsax toe. Nieuwe zakelijkheid is hier troef.

Eerlijk gezegd bezitten de pseudo jazzy sonates van Erwin Schulhoff uit 1930 en van Werner Heider uit 1954 een nogal preuts aarzelend karakter. Dat ze hier worden uitgevoerd met te nadrukkelijk onderstreepte syncopen en overdreven bluesy harmonieën en swing ritmes maakt het er niet beter op.

Blijft als redding de sonate van Edison Denisov uit 1970. Hij is echt origineel. In de golvende vormen van de begindelen staan geserreerde jazz harmonieën tegenover atonale elementen en heeft het tweede deel een spannend quasi improviserend karakter. Spannende muziek, gelukkig erg goed uitgevoerd. Deze cd verdient vooral dankzij Denisov aanbeveling.