Jakub Józef Orlinski: Anima sacra. Fago: Confitebor tibi Domine; Tam non splendet sol creatus; ‘Alla gente a Dio diletta’ uit Il faraone sommerso;  Heinichen: Alma redemptoris mater; Terradellas: ‘Donec ponam’ uit Dixit Dominus; Sarro: ‘Laudamus te’ uit Messa a 5 voci in F; Feo: ‘Juste Judex ultionis’ uit Dies irae in G; Zelenka: ’Smanie di dolci affetti…. S’una sol lagrima’ uit Gesu al Calvario ZWV. 62; Hasse: ‘Mea tormenta, properate’ uit Sanctus Petrus et Sancta Maria Magdalena; Schiassi: ‘L’angneletta Timidetta’ uit Maria vergine al Calvario; Durante: ‘Domine filli unigenite’ uit Messa a 5 voci. Met Yannis François (b) en Il pomo d ‘oro o.l.v. Maxim Emelyanychev. Warner 2956-33745-2 (75’37”). 2018

Nadat hij zich eerste samen met sopraan Natalka Kawalek had laten horen horen in det Händelprogramma Enemies in love (Evoe 005), kreeg de Poolse countertenor nu een eigen solo cd waarop hij liefst 23 aria’s, waarvan 8 als CD première, de meeste van deels onbekende componisten   als Gaetano Schiassi (1698-1734), uit de Napolitaanse school zingt. Op een opera-aria van Nicola Fago (1677-1745) na geestelijke muziek. Op papier ziet dat er interessant uit, maar al luisterend valt het wat tegen omdat het om veel koekoek-éénzand moois gaat en componisten als Fago, Sarra en Feo terecht in vergetelheid zijn geraakt. Eigenlijk alleen Doménec Terradellas (1711-1751) blijkt de moeite waard. Ook het fragment van Hasse is de moeite waard.

Het ligt zeker niet aan de zanger met zijn milde, doch stevige stem die dit alles op heel natuurlijke wijze en voorzien van parelend heldere coloraturen en gesteund door een uitstekende adembeheersing voordraagt.

Het ensemble Il pomo d’oro begeidt meer dan keurig.

Persoonlijk bevalt me zijn stem beter dan bijvoorbeeld die van de minder warme Jaroussky en de ongedisciplineerder Faggioli.