Ensemble Ouranos: Ligeti: Bagatellen voor fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn nr. 106; Nielsen: Blaaskwintet op. 43, FS. 100; Dvorak: Strijkkwartet nr. 12 in F op. 96, B. 179 (bew.). NoMadMusic NMM 056 (61’55”). 2018

Een bagatel is een kleinigheid, een bijzaak, een dingetje en in de muziek een klein stukje. Ligeti schreef er zes die in zowat twaalf minuten voorbij komen Maar hun geringe omvang maakt de luisteraar ervan bewust dat zich daar een enorm vacuüm omheen bevindt. Ligeti schreef deze op   Transsylvanische volksmuziek gebaseerde luchthartige miniaturen in 1953 en we kennen ze uit tal van uitvoeringen. De mooiste daarvan zijn die van de Filharmonische blazers uit Berlijn (BIS CD 1603), het Weens kwintet (Nimbus NI 5728), het Westwood kwintet (Crystal CD 750), Les Siècles (Musicales actes sud ASM 26) en London Winds (Sony SK 62309).

Ouranos is een Frans kwintet dat bestaat uit Mathilde Caldérini (fl), Philibert Perrine (h), Amaury Viduvier (kl), Rafael Angster (fag) en Nicolas Ramez (hrn). Ze voeren de Bagatellen subtiel, geestig en haast bruisend uit. Vooral de bijdragen van fagot en hoorn zijn te waarderen: zij zorgen voor een extra vleugje humor.

Nielsen schreef zijn Blaaskwintet in 1922 en droeg het op aan het Deens Blaaskwintet. Het werk begint vriendelijk en speels, heeft een wat onduidelijk menuet, een robuust derde deel en eindigt met een reeks ondeugende variaties op een hymne-achtig thema. Alle solisten krijgen in dit werk hun solistische kansen en die worden goed waargenomen in een warmgetinte vertolking die net zo mooi is als die van de blazers uit Oslo (Naxos 8.553050) en het Frosunda blaaskwintet (BIS CD 136).

Besloten wordt met een van de zeldzame bewerkingen van Dvoraks bekendste strijkkwartetten, het tegenwoordig ‘Amerikaans’ geheten twaalfde in een gloedvolle, homogene verklanking die een plekje waard is naast de standaard opnamen.