OUSTRAC, STÉPHANIE D': MÉDÉE FURIEUX

Oustrac, Stéphanie d’: Médée furieuse. Mezzosopraanrecital met werken van Gautier de Marseille, Clerambault, Duphly, Lully, Giannettini, D. Gabrielli, De la Barre en Bernier. Met Ensemble Amarillis. Ambroisie AM 157 (72’17”). 2007

Wie zich een keer in het gegeven ‘Medea in de muziek’ begeeft, kan aardige ontdekkingen doen met verrassende uitkomsten. Dan gaat het niet zozeer om de bekende opera van Cherubini uit 1797, maar om bijvoorbeeld de opera’s Thésée van Lully uit 1675 en Gossec uit  1782, , de opera Medea in Corinto uit 1813 van Simon Mayr (1763-1845) en – zoals hier - de cantate Médée voor sopraan, fluit, viool en b.c. uit 1710 van Clérambault (1676-1749), aria’s uit Medea in Atene van Antonio Giannetti (1648-1721) en de volledige cantate Médée van Nicolas Bernier (1665-1743).

De aandacht van componisten voor Medea, de zonnekleindochter, koningin, tovenares en monter begon in het midden van de zeventiende eeuw in Italië bij Cavalli met zijn opera Giasone uit 1649, maar werd door de hierboven genoemde Franse componisten vervolgd door Marc Antoine Charpentier (1643-1704) met de tragédie lyrique Médée uit 1693 

Op deze cd laat mezzosopraan Stéphanie d’Oustrac beschikkend over een warme, wendbare en expressieve stem vooral de boze kanten van Medea horen. Ze slaagt daar heel goed in. Omdat ze met Amarillis, een geheel uit vrouwen bestaand, op historisch verantwoord instrumentarium spelend ensemble, samenwerkt moet ze haar volume wat intomen. 

DE rest van het programma is gewijd aan korte instrumentale werken van Pierre Gautier de Marseille, klavecimbelstukken van Duphly, Balletti, gighe, correnti op. 1 van Domenico Garielli en een Suite van Michel de la Barre. Dit alles in meer dan voortreffelijke vertolkingen, waarin zich met name barokhoboïste Héloise Gaillard heel positief onderscheidt.