Componisten portretten

ALKAN

ALKAN, CHARLES (1813 – 1888): TRAGISCH WONDERKIND

 

 

 

Alkan was eerst als pianistisch wonderkind en later – vanaf 1831 – ook als componist een van de fascinerendste figuren in het hoogromantische Parijs. Na 1848 trok hij zich terug om zich voornamelijk aan religieuze studie te wijden; hij werd daarna gauw vergeten.

 

Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw werd hij door de Amerikaanse pianist Raymond Lewenthal herontdekt. Hij speelde Alkans werken tijdens recitals, maakte er lp opname van en had daar groot succes mee.

 

Alkans technisch buitengewoon moeilijke werken bevatten naast menige passage van een volkomen virtuoze leegte individuele trekken en verrassende gedurfdheden. Daar bouwt hij voort op de verworvenheden van Liszt en loopt hij haast vooruit op Debussy. Tot zijn beste en interessantste werken behoren de Étude op 33 met de ondertitel Quasi- Faust en gedeelten uit de Études op. 39.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Concerti da camera nr. 1 en 2. Marc-André Hamelin met het BBC Schots orkest o.l.v. Martyn Brabbins. Hyperion CDA 66717.

 

4 Études in mineur uit op. 39; 3 Études de bravoure op. 16; 3 Études op. 76; Grande sonate op. 33; Prélude op. 31/8; ‘Allegro barbaro’ uit 12 Études op. 35; Sonatine op. 61. Roland Smith. EMI 775.649-2 (2 cd’s).