Componisten portretten

ARNOLD

 

ARNOLD, MALCOLM (1921 - 2006): VOORAL FILMMUZIEK

 

 

 

Malcolm Arnold behoort in het gezelschap Engelse componisten tot de traditionalisten. Hoewel in sommige van zijn werken sporen van jazz (een genre waarop hij gesteld is) terug te vinden zijn, is zijn werk vrijwel uitsluitend gebaseerd op krachtige, vaak pakkende melodieën die worden gesteund door diatonische harmoniek.

 

Hoewel hij al enige tijd niet meer componeert, heeft hij een aardig bestand aan orkestwerken opgebouwd, inclusief tientallen concerten, ouvertures, filmmuzieken (zo’n honderd in totaal; hij won een Oscar voor die bij The bridge on the river Kwai), alle getuigend van veel flair voor een goede orkestratie.

 

Tot op zekere hoogte hebben zijn traditionalisme, het schijnbare gemak waarmee hij van zogenaamde lichte muziek omschakelt op serieuze muziek en zijn grote productie geleid tot sterke wisselingen in de appreciatie en de kritische evaluatie van zijn werk. De belangrijkste opdrachtgever van de Britse muziek, de BBC, heeft Arnolds werk gedurende de jaren zestig toen de destijds regerende Controller of music, William Glock, een politieke lijn volgde waarin alleen plaats was voor serialisme en avant-garde, bewust genegeerd. Voeg daarbij de neigingen van de componist tot zelfdestructie die niet alleen nadelige invloed hadden op zijn creativiteit maar ook tengevolge van overmatig alcoholgebruik zijn beide huwelijken lieten stranden en in 1981 een zenuwcrisis veroorzaakte en het is duidelijk dat niet alles van een leien dakje ging.

 

Zijn muziek weerspiegelt de complexiteit en de tegenspraak in zijn leven. Arnolds jaren als trompettist van het Londens filharmonisch orkest van 1941-1948 verzekerden hem van een grondige fundamentele kennis van het orkestreren. Zijn eclecticisme blijkt uit het feit dat hij twee helden had: Hector Berlioz en Louis Armstrong (die de aanzet gaf tot zijn trompetstudie) plus in wat geringer mate Sibelius en Walton, maar belangrijker nog zijn de invloeden van Mahler en Sjostakovitsj. Twee componisten met een tendens om hun muziek uitgesproken contrastrijk te maken. In zijn grootschaliger werken geeft Arnold daar duidelijk blijk van. Eigenlijk pas in zijn afscheidssymfonie uit 1982 – kenmerkend waar een Negende – maakt zijn kwikzilveren temperament plaats voor duidelijke blijken van wanhoop en leed zonder dat dit wordt verzacht door ironische en geestige momenten. In vrijwel alle andere symfonische werken is sprake van uiterst verrassende stemmingswisselingen. Zo kan de schildering van een fraai emotioneel muzikaal landschap plotseling ironisch worden ondermijnd. Meestal vervalt hij dan in uitersten en plaatst het rustige tegenover het uitdagende, het sentimentele tegenover het boosaardige. Niet zelden is dat jammer genoeg net iets te royaal gedoseerd. Heel typisch is dat te horen in de eerste symfonie uit 1951 met zijn heel dynamische eerste deel. De vijfde uit 1961 is het bekendst, een somber werk vol tegenstellingen met een ongemakkelijk lyrisch eerste deel en een instabiel andante waarin het lijkt of Mahler wordt geparodieerd.

 

De aardigste muziek van Arnold is haast te vinden in de reeksen Britse dansen uit verschillende landstreken.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Symfonieën nr. 1 en 2. Londens symfonie orkest o.l.v. Richard Hickox. Chandos CHAN 9335.

 

Symfonieën nr. 2 en 5; Ouverture Peterloo. Bournemouth symfonie orkest o.l.v. Charles Groves en Birmingham symfonie orkest o.l.v. Malcolm Arnold. EMI 566.324-2.

 

Symfonieën nr. 3 en 4. Iers nationaal orkest o.l.v. Andrew Penny. Naxos 8.553739.

 

Symfonieën nr. 5 en 6. Londens symfonie orkest o.l.v. Richard Hickox. Chandos CHAN 9385.

 

Symfonie nr. 9 + interview. Iers nationaal orkest o.l.v. Andrew Penny. Naxos 8.553540.

 

Cornish-, English-, Irish- en Scottish dances. Sarabande en Polka uit Solitaire. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Malcolm Arnold. Lyrita SRCD 201.

 

Cornish-, English-, Irish- en Scottish dances. Philharmonia orkest o.l.v. Bryden Thomas. Chandos CHAN 8867.

 

English-, Scottish-, Cornish-, Irish en Welsh dances. Queensland symfonie orkest o.l.v. Andrew Penny. Naxos 8.553526.

 

Suites uit Trapeze, No love for Johnnie, David Copperfield, Stolen face, The belles of St., Trinians e.a. werken. BBC filharmonisch orkest o.l.v. Rumon Gamba. Chandos CHAN 9851.

 

Filmmuziek bij Bridge on the river Kwai, Inn of the sixth happiness, Hobson’s choice, Whistle down the wind en Sound barrier. Londens symfonie orkest o.l.v. Richard Hickox. Chandos CHAN 9100.

 

Fluitconcerten nr. 1 en 2; Three Shanties; Fluitsonatine; Fantasie; Divertimento; Fluitsonate. James Galway met blaaskwintet c.q. Philip Moll (p) en Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. RCA 09026-68860-2.

 

Klarinetconcert nr. 2, Martin Fröst met het Malmö symfonie orkest o.l.v. Lan Shui. BIS CD 893.