CALDARA, ANTONIO (ca. 1670 – 1736): MUZIEKDRAMATICUS TUSSEN ROME EN WENEN

Caldara begon als koorzanger in de Venetiaanse St. Marcus, maar was ook een vaardig violist, cellist en organist. In de jaren 1690 ging hij opera’s, oratoria en cantates schrijven. Maar hij produceerde onder opusnummers 1 en 2 ook triosonates en later zelfs sinfonia’s.

Van 1699 tot 1707 was hij als maestro di cappella da chiesa e dal teatro in dienst van de hertog van Mantua en van 1699 tot 1707 als kapelmeester van prins Ruspoli in  Rome, maar hij componeerde ook werk voor andere Italiaanse steden. Van 1716 tot zijn dood in 1736 was hij in de rol van vice kapelmeester verbonden aan het Weense hof. Hij werd daar zeer gewaardeerd om zijn dramatische theaterwerken, cantates, liturgische muziek en oratoria. In zijn nadagen schreed hij ook werken voor het Weense carnaval, voor hoffeesten en voor Salzburg.

Met ruim 3000 werken op zijn naam behoort hij tot de productiefste componisten uit zijn tijd. Het leeuwendeel daarvan bestaat uit vocale werken. Zijn oratoria en opera’s stempelen hem tot de centrale figuur in de wereld van het muziektheater in de traditie van Metastasio wiens teksten hij als een der eersten bij voorkeur gebruikte.

Selectieve discografie

Sonate da camera in e; Triosonate in D; Cantates ‘D’improviso amore felice’; ‘Medea in Corinto’, ‘Soffri mio caro’ en ‘Vicino a un rivoletto’. Gérard Lesne met Il seminario musicale. Virgin 561.588-2 (2 cd’s).

Kerstcantate; Sinfonia’s nr. 5 en 6. Mary-Enid Haines e.a. met het Aradia barokensemble o.l.v. Kevin Mallon. Naxos 8.554772.

Maddalena ai piedi di Cristo. Maria-Cristina Kiehr, Rosa Dominguez, Bernarda Fink, Andreas Scholl, Gerd Türk en Ulrich Messthaler met de Schola cantorum Basiliensis o.l.v. René Jacobs. Harmonia Mundi HMC 90.5221/2 (2 cd’s).