Componisten portretten

CHARPENTIER

 

CHARPENTIER, GUSTAVE (1860 – 1956): FRANSE VERIST

 

 

 

Toen Charpentier in 1956 overleed, had hij bijna nog de duizendste opvoering van zijn succesopera Louise kunnen bijwonen. Het bleef zijn enige succes, een succes dat hij gemeen had met Mascagni’s Cavalleria rusticana en Leoncavallo’s I pagliacci. Die overeenkomst bestaat ook in zoverre Charpentier de belangrijkste bijdrage heeft geleverd aan de veristische opera. Maar in zijn werk ontbreekt het volkomen aan de overdramatisering van het Italiaanse Verismo en met recht bestempelde de componist dit werk dan ook niet als opera maar als ‘muzikale roman’.

 

Dat geldt in zoverre dat de muziek hier serieus wordt genomen als een prozaïsch idioom waarmee Charpentier het werk van Massenet voortzet. Maar tevens bevat het realisme van deze prozaïsche hymne op Parijs een symbolische component die deze muzikale roman in de operageschiedenis op een imaginaire lijn tussen Webers Freischütz en Gershwins Porgy and Bess plaatst (met tevens een vooruitblik op Puccini’s eenakter Il tabarro).

 

Zo staat de stad Parijs eerder in het middelpunt van het werk dan Louise die zich met haar geliefde dichter Julien aan de kleinburgerlijkheid van haar milieu ontworstelt om haar geluk in de vrije liefde te zoeken. Pas dankzij het gewicht van de grote stad worden de alledaagsheden uit het werk, zoals kranten lezen, een familiemaaltijd enzovoorts een dramatische functie. Charpentier schreef overigens zelf het libretto. Al met al gaat het hier vermoedelijk om de burgerlijkste opera ooit.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Louise. Berthe Monmart, André Laroze, Louis Musy, Solange Michel met het Ensemble van de Opéra-comique Parijs o.l.v. Jean Fournet. Philips 442.082-2 (3 cd’s).