DUNSTABLE, JOHN (ca. 1390 – 1453): INVLOEDRIJKE ENGELSMAN
Feitelijk is niet zoveel bekend over de Engelse componist John Dunstable (of Dunstaple), maar er bestaat niet de geringste twijfel aan dat hij grote invloed uitoefende op de vijftiende Europese muziekontwikkeling. Zelfs al tijdens zijn leven merkte de commentator Martin le Franc op hoeveel componisten als Dufay en Binchois aan hun oudere tijdgenoot te danken hadden.
Gekopieerde manuscripten van zijn muziek zijn vooral teruggevonden in Italië en Duitsland, maar zelfs nog veel verder weg in Estland. In totaal zijn 51 composities van hem in manuscriptvorm geregistreerd, maar of dat aantal klopt is dubieus omdat veel werk anoniem is of mogelijk van derden.
Dunstable’s grote invloed op andere continentaal Europese componisten kan waarschijnlijk deels worden verklaard doordat hij in dienst was van de machtige hertog van Bedford, die regent van Frankrijk was tussen 1422 en 1437 en die mede verantwoordelijk was voor de moord op de brandstapel van Jeanne d’Arc.
Terwijl hij in Frankrijk was, zou Dunstable muziek kunnen hebben geschreven voor de kroning van Henri VI in Parijs. Die Franse connectie vindt verder ondersteuning door het feit dat hij Franse grond erfde na de dood van de hertog van Bedford. Andere belangrijke mecenassen in Engeland waren de koninginweduwe Joanna van Navarra die hij van 1427-1436 diende, de tweede vrouw van Henri IV en Henry de hertog van Gloucester (de broer van Bedford) in 1438. Beiden hadden relaties met de St. Albans Abbey waarvoor Dunstable tenminste één motet schreef: Albanus roseo rutilat, hoewel hij daar verder geen rol bekleedde en ook niet tot priester werd gewijd wat heel gangbaar was destijds.
Het was de abt van St. Albans, John Whethamsteade, die een of twee van de in het Latijn gestelde grafschriften maakte ter herinnering aan de componist. In beide wordt gememoreerd hoezeer Dunstable niet alleen uitblonk op muziekgebied, maar ook als astronoom. Gebleken is dat hij zich in zijn laatste levensjaren vooral bezighield met de studie van het quadrivium (bestaande uit rekenkunde, astronomie, meetkunde en muziek). Zijn talenten kunnen zich zelfs hebben uitgestrekt tot de visuele kunsten want een manuscript van Dunstable uit Cambridge over astronomische en astrologische kwesties bevat een reeks verbeeldingsvolle tekeningen die door sommige experts aan Dunstable zijn toegeschreven.
Dunstable had het voorrecht in een soort Gouden Eeuw op muziekgebied in Engeland te kunnen werken. Sommige aan hem toegeschreven werken zouden eventueel van de even begaafde tijdgenoot Leonel Power kunnen zijn. Beiden hebben louter gewijde muziek geschreven en beiden hadden zich ook volkomen de verworvenheden van de Ars nova eigen gemaakt, in het bijzonder waar het erom gaat om een rigoureuzer en beter numeriek geordende benadering van het ritme.
Dunstable schreef verschillende drie- en vierstemmige motetten waarin de beide hoge partijen werden gesteund door een lagere stem in een langzamer tempo. Vaak hadden die motetten een isoritmisch karakter, wat inhoudt dat de laagste partij bestaat uit een herhaalde ritmische eenheid. De meeste isoritmische motetten waren verdeeld in drie gedeelten met een toenemend tempo en de meeste maakten gebruik van verschillende teksten in elk deel. Dat was een verrijking van het materiaal en zorgde voor een rijkere klank. Waarschijnlijk maakte dat zoveel indruk op de continentale collega’s.
Maar een nog grotere invloed ging uit van de Engelse vinding van de cantus firmus mis. Hierin wordt de geleende melodie – die als regel in de tenorpartij ligt – gebruikt als structurele basis van ieder misdeel. In een tijd, waarin de uitdrukking van de betekenis van de heilige tekst een marginale rol speelde, was dit een ontwikkeling die bijdroeg aan een grotere stilistische eenheid van het genre. Dunstable (of mogelijk Power) schreef één zo’n mis, de Missa ‘Rex seculorem’ die is gebaseerd op een Gregoriaanse antifoon voor St. Benedictus. Ook de Missa ‘Da gaudiorum premia’ is aan hem toegeschreven.
Selectieve discografie
Vocale werken. Orlando Consort. Metronome METCD 1009. 1995
Motetten, misdelen. Hilliard ensemble o.l.v. Paul Hillier. Virgin 561.342-2. 1984