Componisten portretten

DUPRÉ

 

DUPRÉ, MARCEL (1886 – 1971): MEESTER DAN DE ORGELIMPROVISATIE

 

 

 

Dupré studeerde van 1902 tot 1914 bij Guilmant, Vierne en Widor aan het Parijse conservatorium en keerde daar later van 1926-1954 als docent terug. Hij was onder meer organist van de Saint-Ouen in Rouan waar hij over een beroemd Cavaillé-Coll orgel beschikte, maar zijn hoofdtaak als organist bracht Dupré door aan de Parijse St. Sulpice van 1934 tot 1971. Ook ondernam hij regelmatig tournees in het buitenland. Zijn werken vertonen vaak een quasi improviserend karakter, waarbij veel is terug te vinden van de virtuositeit van Liszt, in combinatie met contemplatieve modaliteit. Interessant zijn vooral ook zijn religieuze symfonische gedichten. Tot Dupré’s beroemdste leerlingen behoorden Alain en Messiaen.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Suite bretonne; Symphonie-passion; Symfonie nr. 2; Variations sur un vieux Noël. Thomas Trotter. Decca 452.478-2.

 

10 Chorales uit op. 79; Élévation op. 2; 15 Pièces op. 18; Psalm XVIII op. 47. Ben van Oosten. MDG 316.0955-2.

 

Chorale et fugue op. 57; 3 Esquisses op. 41; Préludes et fugues in B en g op. 7/1,3; Le tombeau de Titelouze; Te lucis ante terminum; Placare Christe servulis; Variations sur un vieux Noël. John Scott. Hyperion CDA 66205.

 

Cortège et litanie op. 19/2; Evocation op. 37; Prélude et fugue in f op. 7/2; Symfonie nr. 2 op. 26; Symphonie-passion op. 23. John Scott. Hyperion CDA 67047.