FELDMAN, MORTON (1926 – 1987): FIJNZINNIG KLANKSCHILDER
Enigszins generaliserend geformuleerd verschilt de muziek van de Amerikaanse avant-garde van die van zijn Europese tegenhangers doordat de Amerikanen meer streven naar aangename klanken terwijl de Europeanen vooral zijn gericht op de vormen en de manier waarop die geluiden zijn geordend. Morton Feldman is een typisch voorbeeld van die tendens: zeker in zijn latere werken bestaat zijn klankwereld uit kleine, zachte en ongehaaste muzikale gebaren die vooral het zuiver fysieke detail van het instrumentale timbre beklemtonen.
Dat gaat gepaard met een voorkeur voor herhalingen en een afwezigheid van ritmisch momentum wat in Feldmans eigen woorden “… een bewuste poging is om de desoriëntatie van het geheugen te stileren”. Het cumulatieve resultaat daarvan is een halucinaire stagnatie die wel wat weg heeft van de grote doeken van Mark Rothko, een schilder die Feldman kende en bewonderde. Het is een muziek waarin op fraaie wijze eigenlijk niets gebeurt.
Feldman werd in New York geboren en studeerde niet erg naar zijn zin compositie bij Stefan Wolpe en daarna bij Wallingford Riegger. Maar de ware katalysator bij zijn pogingen om de klank los te maken van de structuur kwam dankzij een ontmoeting met John Cage in 1949.
Projections uit 1950/1 was een door Cage beïnvloed werk dat was geschreven op vierkant papier met slechts vrij algemene aanwijzingen die de vertolker een vrijwel eindeloze vrijheid bood bij zijn keuze van toonhoogte en notenduur. Die vorm werd al snel opgevolgd door een werkmethode met exacter notatie, maar de keuze van de notenduur werd nog steeds in hoge mate open gelaten.
In werken als Piece for four piano’s (1957) en The swallows of Salangan (1960) is het effect een soort anarchistisch contrapunt waarin het materiaal vreemd verschuift en zichzelf overlapt. In nog weer latere werken verschuift het accent nogmaals van een nadrukkelijke gerichtheid op het exploreren van timbres naar een fascinatie voor de tijd. Dat blijkt met name heel duidelijk uit het Piano and string quartet uit 1985.
In 1971 woonde Feldman de openingsceremonie van de Rothko kapel in Houston bij. Hem was gevraagd een speciaal stuk muziek te schrijven voor die gelegenheid en als eerbetoon aan Mark Rothko van wie veertien grote schilderijen in de kapel hingen. Een kapel zonder godsdienstig karakter. Die schilderijen vormden het uitgangspunt van Feldman: “Rothko’s beeldtaal gaat helemaal tot aan de randen van zijn doeken en ik wilde eenzelfde effect bereiken met mijn muziek; die moest tot in de uiterste hoeken doordringen van de als een achthoek gebouwde kapel en niet worden gehoord vanaf een zekere afstand”. Met gebruik van een klein ensemble – altviool, celesta, slagwerk, koor en sopraansolo – dat hij gebruikt als discrete, abstracte elementen schept hij zo een muzikale en spirituele ambiance die wel iets weg heeft van de latere werken van Arvo Pärt. Het verschil is dat de klankwereld van Feldman koeler is en dat hij vooral met fijnzinnige timbres wil communiceren. Elk van de vijf delen ontrolt zich vloeiend en gloedvol; de luisteraar wordt in dat proces steeds gevoeliger meegezogen.
In het Piano and string quartet wordt het pianopedaal steeds ingedrukt gehouden om de klank zo lang mogelijk vast te houden terwijl het strijkkwartet een gearpeggieerd akkoord speelt. De noten veranderen, de harmonieën verschuiven, er klinken individuele noten, maar het wezenlijke patroon van een gebroken akkoord plus een land aangehouden akkoord blijft en heeft een hypnotiserend effect in het tachtig minuten (!) durende stuk. Het werk lijkt geen begin en geen eind te hebben, maar ook geen bedoeling en richting. En toch heeft met zijn geringe veranderingen en modificaties een verrassend effect dat in de verte enigszins vergelijkbaar is met het werk van Simeon ten Holt.
Selectieve discografie
Coptic light; Cello and orchestra; Piano and orchestra. Resp. Robert Cohen en Alan Feinberg met het New World symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. Argo 448.513-2. 1995
Piano and orchestra; Durations; Rothko chapel. Juli Moffat, Uilig Koog, Roman de Saam, Rogier Roodbaard, Var Mishakoff, Klangforum Wenen en het Omroeporkest Saarbrücken o.l.v. Hans Zender. Col legno WWE 20506. 1986/1994
Routine investigations; The viola in my life I, II; For Frank O’Hara; I met Heine on the Rue Fürstenberg. Ensemble recherche. Naïve Montaigne MO 782126. 1991/3
Palais de mari. Alan Feinberg. Koch 37308-2. 1994
Piano and stringquartet. Aki Takahashi en het Kronos kwartet. Nonesuch 7559.79320-2. 1995