Componisten portretten

FIELD

 

FIELD, JOHN (1782 – 1837): DE IERSE CHOPIN

 

 

 

De eerste pianolessen kreeg Field van zijn vader en van Tommaso Giordani in Dublin, daarna werd hij leerling van Muzio Clementi in Londen. Mogelijk studeerde hij ook bij Salomon. In 1801 had hij al een reputatie als concertpianist en ook zijn eerste werken – de pianosonates opus 1 – gepubliceerd. Als gevolg van een succesvolle tournee met Clementi in het seizoen 1802/3 bleef hij in St. Petersburg waar hij een idool werd van de culturele élite. Hij gaf daar lessen, trad op en deed dit ook in Moskou tot 1823. Hij componeerde daar ook nog, maar werd ziek en overleed in 1837 nadat hij nog wel was teruggeweest naar Londen en een paar andere Europese steden.

 

Gedurende zijn leven was Field vooral bekend dankzij zijn gevoelige spel, meer in het bijzonder zijn expressieve toucher, zijn fijnzinnigheid en zijn zingende frasen. Dat alles stond in tegenstelling tot de meer uiterlijk virtuoze stijl die in zijn tijd heerste. Zijn bijzondere speeltrant wordt het mooist weerspiegeld in zijn zeventien Nocturnes, een reeks op zichzelf staande stukken in een dromerige stemming, zangerig van aard en getuigend van een soort getrooste melancholie. Field liep hier duidelijk twintig jaar vooruit op de gelijknamige werken van Chopin, maar hij beïnvloedde ook Liszt en Mendelssohn.

 

Tot de talloze andere werken van Field behoren nog rondo’s en fantasieën voor piano, de Kamarinskaya variaties (1809) en de Air russe varié voor pianoduo (1808). Verder liet hij zeven pianoconcerten na.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Pianoconcerten nr. 1 en 3. Benjamin Frith met Northern sinfonia o.l.v. David Haslam. Naxos 8.553770.

 

Pianoconcerten nr. 2 en 3. Andreas Staier met Concerto Köln o.l.v. David Stern. Teldec 3984-21475-2.

 

De 16 Nocturnes; Pianosonates nr. 1, 2 en 3; Midi. Benjamin Frith. Naxos 8.550761/2 (2 cd’s).

 

De 16 Nocturnes. Joanna Leach. Athene ATH CD 1.