Componisten portretten

HASSE

 

HASSE, JOHANN (1699 – 1785): DUITSE KOSMOPOLIET

 

 

 

Hasse begon als tenorzanger aan de opera in Hamburg waaraan hij vier jaar was verbonden. In 1721 werd hij directeur van de opera in Brunswijk en na studie bij Porpora en A. Scarlatti in Italië oogstte hij roem met zijn opera Sesostrate (1726). In 1729 trouwde hij met de beroemde zangeres Bordoni, voor wie hij onder andere zijn Artarserse (1739, naar Metastasio) schreef. In 1731 werd Hasse benoemd tot dirigent aan het hof van August II in Dresden en meteen ook tot dirigent van de opera daar. Bij de opheffing van de opera in 1763 door Frederik de Grote (voor wie Hasse wel fluitsonates schreef) bracht Hasse de rest van zijn leven in Wenen door.

 

Vooral als componist van Italiaanse opera’s in laat-Napolitaanse stijl genoot Hasse bekendheid. Dat zijn muziek in vergetelheid is geraakt, is goeddeels te wijten aan een vrij hoge mate van eenvormigheid, ook al hebben zijn werken een melodieus karakter en is zijn werk goed zingbaar. De orkestbehandeling daarentegen is plichtmatig, routineus. Een goed voorbeeld op oratoriumgebied is La conversione di Sant’ Agostino.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Sinfonia’s nr. 3 en 5. Musica antiqua Keulen o.l.v. Reinhard Goebel. Archiv 453.435-2.

 

Cleofide. Emma Kirkby, Derek Lee Ragin, Dominique Visse, Agnès Mellon met de Rheinische Cantorei en de Cappella Coloniensis o.l.v. William Christie. Capriccio  10.183/6 (4 cd’s).

 

La conversione di Sant’ Agostino. Solisten met het RIAS Kamerkoor en de Akademie für alte Musik o.l.v. Marcus Creed. Capriccio 10.389/90 (2 cd’s).

 

Klavecimbelsonate, cantates, aria’s. Erin Headley, Malcolm Proud, Nancy Hadden en Julianne Baird. CRD CRD 3488.